IMG_6604.JPG

In 2014 stierf de partner van Sietske Scholten aan de gevolgen van de ziekte van Lyme. Na een gevecht van elf jaar kon Thérèse (zie foto) de strijd niet langer aan. De roman BEET baseerde Sietske op hun eigen verhaal en het boek staat sinds 2017 in de top 10 van ‘Bestbeoordeelde Nederlandstalige literaire romans’ op Bol.com. Deze nagenoeg autobiografisch roman kreeg veel media aandacht o.a. in Margriet, Vrouw Magazine en de Telegraaf.

Om de bewustwording voor het gevaar van teken te vergroten, plaatst Sietske tijdens de WEEK VAN DE TEEK iedere dag een deel van het werkelijke verhaal, foto's en leesfragmenten uit haar roman BEET.


DAG 2 WEEK VAN DE TEEK

Het is dag twee van de week van de teek. Gisteren vertelde ik dat Thérèse de teek opliep tijdens het trainen voor de Nijmeegse Vierdaagse.

Omdat de Lyme zich goed had verstopt in haar lichaam had ze tijdens het lopen van de Vierdaagse nog nergens last van. Ze liep 'm uit, met de blaren op haar voeten. En trots dat ze op zichzelf was! Toch had ze de daarna geregeld last van pijn aan haar been. Ze weet het aan de Vierdaagse en dacht dat het wel weg zou trekken. Pas toen ze maanden later een onschuldig griepje opliep, sloeg de Lyme écht toe. De koorts trok weg, maar ze knapte niet meer op. Vreemde klachten stapelden zich op. Ze begreep er niets van. Wat was er met haar aan de hand?

Haar zoektocht begon, maar geen arts wist het haar te vertellen. Niemand legde de link tussen haar klachten en Lyme. Dus werd ze van het kastje naar de muur gestuurd in die eerste jaren, terwijl ze zieker en zieker werd. Het maakte haar radeloos.



BEET - fragment 2

‘Ik voel me zo beroerd,’ zei Elise maanden later, toen Jaap de slaapkamer binnenkwam. Al dagen lag ze met hoge koorts op bed. Ze had de deken tot aan haar kin over zich heen getrokken. Ze rilde van de kou, terwijl ze het zweet over haar rug voelde lopen. Jaap ging naast haar liggen op het bed en streelde over haar haren, die klam aanvoelden.
‘Ik maak me zorgen, Elise. Zal ik een dokter bellen?’
Elise schudde resoluut haar hoofd, wat de misselijkheid die ze al dagen ervoer, versterkte. Snel stopte ze met de beweging.
‘Het valt wel mee. Over een paar dagen ben ik beter.’

Het griepvirus waarde rond in het lijf van Elise en brak haar weerstand af. De Borrelia-bacterie die zich vlak na de beet had genesteld in haar organen, ruggenmerg, zenuwstelsel en hersenweefsel, zag zijn kans schoon om toe te slaan. Hij groeide en vermenigvuldigde zich, terwijl het immuunsysteem van Elise druk bezig was met de verdediging tegen het griepvirus. De spiraalvormige Lyme-bacterie werd nauwelijks opgemerkt en creëerde ontstekingen op verschillende plekken in Elises lichaam. Het maakte haar zieker dan ze al was.

Jaap stond op en keek zorgelijk naar Elise.
‘Kom je straks beneden eten? Dan ben je even uit bed.’
‘Sorry Jaap, ik blijf boven. Ik ben te duizelig. Bovendien heb ik geen trek in eten.’
‘Je moet wel wat eten,’ zei Jaap verontrust. Elise woog met haar 1,56 meter slechts 48 kilo. Veel reserves had ze niet. Door de misselijkheid had ze de afgelopen dagen geen hap door haar keel kunnen krijgen. Ze verzwakte zienderogen.


­In de dagen erna verdween de koorts inderdaad. Haar lichaam had het griepvirus onder controle gekregen, maar het gevoel van algehele malaise bleef. Elke ochtend bij het opstaan had ze braakneigingen. In haar bovenbuik leek er continu iets warms op te zwellen, waarna het weer afzwakte, en de intense vermoeidheid die ze in eerste instantie aan de griep weet, verdween niet. Na vier weken besloot ze met deze klachten naar de huisarts te gaan.


‘Tja, het kan van alles zijn,’ zei de huisarts, nadat hij haar buik uitwendig had onderzocht. ‘Ervaar je stress op je werk?’
Elise keek hem verbaasd aan. Ze genoot van haar werk als GZ-psycholoog en boekte goede resultaten bij haar cliënten.
‘Het is druk, maar het is altijd goed te doen,’ zei ze. ‘Denkt u dat het er iets mee te maken heeft?’
‘Het zou kunnen. Ik zal je doorsturen voor een maag­onderzoek. Als er fysiek niets aan de hand is, dan kunnen we dat uitsluiten. Probeer het in ieder geval rustig aan te doen de komende tijd.’


Op de fiets terug naar huis overdacht Elise het gesprek met haar huisarts. Zou ze overspannen zijn? De laatste jaren had ze non-stop gestudeerd naast haar fulltime werkweek. Een licht schaamtegevoel bekroop haar. Hoewel ze wist dat het onzin was, vond ze dat ze als psycholoog mentaal gezond moest kunnen zijn. En terwijl ze dat dacht, voelde ze een enorme pijnscheut op haar borstbeen en verkrampte haar middenrif. Met moeite kon ze haar benen blijven aansturen om door te trappen.


Eindelijk bereikte ze haar woning. De aanhoudende pijn voelde als een korset dat te strak werd aangesnoerd. Het ontnam haar de adem. Ze kroop de trap op en liet zich vallen op bed. Als een foetus kroop ze in elkaar. Wat is er toch aan de hand? dacht ze radeloos bij zichzelf. Ik wil dat het stopt. Ik wil gezond zijn. Met haar hoofd in haar kussen gedrukt begon ze te huilen.

Uren later vond Jaap haar in bed. Haar houding onveranderd.
‘Wat gebeurt er toch met mij, Jaap? Ik heb het gevoel dat ik word opgevreten door iets. Elke dag komen er klachten bij. Wanneer houdt het op? Ik ben zo bang. De dokter denkt aan een burn-out, maar ik voel me zo vreemd. Het klopt niet.’
Jaap legde zijn hand op haar rug en Elise vleide zich tegen hem aan. Het grote, ranke lijf van Jaap gaf haar enigszins het gevoel van bescherming en troost, waar ze desperaat naar op zoek was.


De invasie van Lyme-bacteriën in het lichaam van Elise nam steeds grotere vormen aan. Het vijandige leger breidde zich uit en steeds meer gebieden werden geïnfecteerd en toegeëigend. Het immuunsysteem van Elise dat inmiddels de indringer had ontdekt, probeerde de tegenstander te vertragen in de aanval. Maar keer op keer werd het in de war gebracht, doordat het boosaardige leger zijn DNA afzette op Elises lichaams­eigen cellen en het afweersysteem het aangedane weefsel ten onrechte bestormde. Een deel van de kwaadwillige krijgsmacht verstopte zich in cystes. Anderen hulden zich in een laagje slijm dat hen beschermde tegen het verzet. Hoe Elises immuunsysteem zijn best ook deed, het kon de toenemende troep bacteriën niet overmeesteren.


De klachten stapelden zich op. Elise vertrouwde haar lichaam niet meer. Meerdere malen per dag begon haar lijf ongecontroleerd te schokken. Ze voelde zich steeds ellendiger en angstiger. De pijn, het schokken en het gebrek aan energie hadden het onmogelijk gemaakt om haar werk uit te voeren. Ze meldde zich met grote tegenzin ziek. De langgekoesterde kinderwens die zij en Jaap hadden, stelden ze uit. Van haar eens zo drukke leven was niets meer over. Ze zat voornamelijk op de bank starend naar de tv met een warme kruik tegen haar borstbeen om de pijn te kunnen verdragen. Zelfs lopen was een grote opgave geworden, omdat het gevoel in haar linkerbeen aan het verdwijnen was. Continu had ze het idee dat ze mis stapte, waarna ze zich vast moest grijpen aan iets in haar buurt. Vanaf de bank keek ze naar de kruk in de hoek van de kamer en verafschuwde het ding. Een hulpmiddel om te kunnen lopen. Wat bleef er nog van haar over? Met haar 31 jaar voelde ze zich bejaard. Haar lichaamsgewicht was afgenomen tot 43 kilo. Ze was een schim geworden van zichzelf. En langzaam werd haar strijdlust vervangen door somberheid. Hoe lang zou het nog duren voor ze beter zou worden?


Morgen volgt deel 3

Deel dit verhaal ook gerust met anderen. Stuur deze link door of praat erover. Hoe meer mensen het gevaar van een tekenbeet inzien, hoe meer leed er voorkomen kan worden. Dan is Thérèse haar dood niet helemaal voor niets geweest.

Ontvang tijdens DE WEEK VAN DE TEEK de dagelijkse delen van Sietske in je mailbox. Meld je hier aan:


.

.

Tijdens DE WEEK VAN DE TEEK

ontvang je 10% korting op de roman BEET. Deze actie geldt zowel voor het e-book als voor de paperback. (Verzending boven de 20,- euro is GRATIS)


meer informatie over BEET
BEET10%korting kopiëren
sietske scholten foto telegraag enz....png