Hoe had ik dit ooit anders kunnen doen kopiëren.jpg

Jeej… 😢 Wat is het ongelooflijk overweldigend om al die lieve reacties te lezen in mijn mailbox, op social media en whatsapp. Zo onwijs veel mooie woorden. Wat voel ik mij gedragen. Mijn tranen blijven maar komen. Ik voel me verward en kwetsbaar. Alsof de schaal die ik al die tijd om mij heen had, gebroken is en ik als een klein vogeltje mezelf overeind probeer te krijgen.

Zeven jaar lang waren mijn kinderen mijn grootste prioriteit. Zolang zij maar alles kregen wat ze nodig hadden, dan was het goed. Als ik er nu op terugkijk dan zie ik dat ik mijzelf vergat. Maar hoe had ik dit ooit anders kunnen doen? Hoe had ik mijzelf kunnen blijven én voor de kinderen kunnen zorgen? Ik herinner mij hoe Romeo iedere keer weer naar beneden kwam uit bed. Het was een paar weken na Thérèse haar dood. Hij was drie jaar. Roos was zes maanden oud. Roos sliep overdag niet langer dan 20 min achterelkaar. ‘s Nachts werd ze om de paar uur wakker. Soms ieder uur. Ik herinner mij hoe ik haar in slaap voedde op mijn bed aan mijn ene zijde. En aan mijn andere zijde, achter mijn rug lag Romeo een filmpje te kijken op mijn telefoon. Ik lag gesandwicht tussen hen in en wilde zo graag naar beneden. Even niet hoeven zorgen. Toen Roos klaar was met drinken, heb ik Romeo naar bed en gebracht en kon ik naar beneden, waar ik mijn ogen sloot voor de onafgeruimde eettafel, omdat Roos na het eten te moe was om langer wakker te blijven, zodat ik het nog had kunnen opruimen. In de keuken was het aanrecht nog vol pannen, schillen en andere spullen die ik had gebruikt tijdens het koken, omdat tijdens het koken ook iedere paar minuten naar de kinderen terug moest lopen. Omdat ze mijn aandacht vroegen. Er was geen tijd om tijdens het koken gelijk op te ruimen. Er was amper tijd om überhaupt te koken. In de woonkamer lag de vloer bezaaid met speelgoed. Eindelijk kwam ik beneden. Ze lagen allebei in bed. Eindelijk even tijd voor mijzelf om de ruimte te kunnen nemen voor het verdriet wat ik voelde en waar ik geen seconde aan toe kwam door de aandacht overdag die de kinderen vroegen. Ik plofte op de bank, en hoorde de voetjes van Romeo op de trap. De deur van de woonkamer ging langzaam open.
‘Ik kan niet slapen,’ zei hij. Ik zette mijn eigen stuk aan de kant, bracht hem weer naar bed en ging weer terug naar beneden. Ik lag nauwelijks op de bank en hoorde zijn voetjes weer op de trap en ging de woonkamerdeur weer open. Ik bracht hem opnieuw naar bed en zei hem dat hij nu écht moest gaan slapen. In mijn herinnering gebeurde het vijftien keer achter elkaar dat hij naar beneden kwam en in mijzelf werd ik bozer en bozer. Ik wist dat Roos ergens op de avond weer wakker zou worden en dat ze opnieuw borstvoeding zou willen, maar ik wilde zo graag even alleen zijn. De woonkamerdeur ging opnieuw open en ik verloor mijn zelfbeheersing. Ik werd zo boos. Ik greep Romeo, tilde hem de trap op en duwde hem in bed.
‘En nu ga je slapen!’ riep ik deels ingehouden, omdat Roos in de kamer ernaast lag te slapen. In het licht van zijn nachtlampje zag ik hem naar mij kijken met grote bange ogen. Ik schrok er zelf van. Ik draaide mij om en liep de kamer uit, terwijl hij begon te huilen. In mijn slaapkamer begon Roos te huilen. Ik voelde mij zo vreselijk machteloos. Het enige wat ik wilde was tijd voor mijzelf. Om na te denken over Therese. Om muziek te draaien en te huilen. Maar in plaats daarvan zette ik de knop om. Liep ik terug naar Romeo en zei ik tegen hem dat het mij speet. Ik opende mijn armen en hij kroop huilden tegen mij aan. Ik tilde hem op en nam hem mee naar mijn kamer, was Roos lag te brullen. Ik legde mijzelf naast haar neer, Romeo aan mijn andere zijde en suste ze tot het snikken langzaam overging. Ik voelde mij zo ongelooflijk naar, alleen, verdrietig en geschrokken van mijzelf. Ik moest de kinderen hiertegen beschermen. Ik besloot dat ik nooit meer zo boos zou worden op Romeo. Hij was nog maar drie! Natuurlijk kwam hij honderd keer zijn bed uit. Maar ik wilde zo graag even alleen zijn. Ik wilde ze graag heel erg hard huilen om al het verdriet en de onmacht die ik voelde. En ik was zo ongelooflijk moe. Ik zal in slaap zijn gevallen, terwijl de kinderen naast mij sliepen. Gesandwicht tussen hen in. Gevangen. Opgesloten in mijzelf. Hoe had ik dit anders kunnen doen? Er was geen ruimte. Nergens. De kinderen stond altijd vooraan. Ik moest voor hen zorgen. Maar wilde niets liever dan weg. Verdwijnen. Ik was zo verschrikkelijk moe. Een paar uurtjes oppas in de week van mijn moeder of de omi’s was bij lange na niet genoeg. En daar moest ik sowieso van mijzelf al zo dankbaar voor zijn. Dat ik überhaupt heel soms mijn handen even vrij had. Vaak was ik zo moe als mijn moeder kwam, dan ik terugkroop in bed en ging slapen. Kostbare tijd die ik niet kon benutten om te rouwen, omdat er sowieso geen plek was om hard te kunnen huilen en alleen te kunnen zijn. Maar ook omdat ik zo onwijs moe was. Ik kon niet anders dan mijn gevoelens los te koppelen en de kinderen op de eerste plaats te zetten. Voor hun eigen veiligheid. Mijn boosheid, frustratie en mijn verdriet verstopte ik, om de kinderen niet van slag te laten raken en hen de veiligheid te bieden die ze nodig hadden.

Er zijn veel momenten geweest, ze zitten verspreid door alle afgelopen jaren heen, en vaak stond ik dan in de keuken en was ik even een paar minuten alleen, terwijl de kinderen in de woonkamer waren, dat ik dit niet meer verder wilde. Het was mij veel en veel te zwaar. Er niet meer zijn zou een verlichting zijn. Als het eindelijk op zou houden. Klaar zou zijn. De rust te krijgen die Thérèse ook had en die ik had gevoeld toen ik bij haar kwam in het mortuarium vlak na haar dood. Daar had ik de dood gevoeld die zo dichtbij was. Het voelde, daar in het mortuarium, alsof ik naast de poort stond. Ik aaide over haar Thérèses armen, over haar zachte dode wangen. De dood voelde zo kalm en rustig. Al die momenten in mijn keuken wist ik dat ik sterker zou zijn. Dat het een kwestie was van tijd. De kinderen zouden ouder worden, er zou meer ruimte komen voor mijzelf. Over heel veel jaren. Want ik kon niet weg. Ik kon de kinderen niet achterlaten. Mijn vurige wens om weg te lopen en nooit meer terug te keren naar deze gevangenis. Maar ik kon de kinderen ook niet achterlaten. Dan zou ik ze meenemen. En dat was geen optie. Ik wilde ze beschermen. Ook voor mijzelf. Het gevoel, daar in de keuken, stopte ik heel diep weg en ik liep terug de woonkamer in om er weer voor de kinderen te zijn.

Dit gevoel is er sluimerend altijd geweest, vooral in de vakanties en dan vooral in de zomervakanties. Zes-en-een-halve gruwelijke weken van eenzaamheid en mijzelf wegcijferen. Leuke dingen doen met de kinderen. En hopelijk ergens in de vakantie twee keer achtenveertig uur, waarin ik kindvrij ben, omdat ze bij mijn ouders logeren. En waarop mijn moeder vraagt als ik ze op kom halen:
‘En ben je een beetje uitgerust?’ en ik al weet dat ze teleurgesteld is als ik iets anders antwoord dan ‘ja’, omdat ze zo graag wil horen dat ze mij helpt. Natuurlijk helpt ze mij en daar ben ik heel dankbaar voor. Maar het is lang niet genoeg. In mijn hoofd schreeuw ik hard: NEE! Ik ben niet uitgerust. Ik heb apathisch in mijn bed gelegen. Vriendinnen vroegen of ik iets met hen ging doen omdat ik kindvrij was. NEE! Ik kan nu niet luisteren naar iemand anders. Ik heb geen energie om te geven aan een ander. Ik heb niet eens energie voor mijzelf. Er is niets meer over. Het is op. Ik ben op.


Een paar weken geleden hebben meerdere mensen onafhankelijk van elkaar gezegd: ‘Je bent er al.’ En langzaam realiseerde ik het mij. De kinderen hebben mij niet meer continu nodig. Ze vinden het leuk om ergens te logeren of met anderen tijd door te brengen. Ze vragen mij wanneer de oppas weer komt, want dan kunnen ze met haar een film kijken. Ik zie mijn kinderen en ze zijn vrolijk en gelukkig. Ik ben er. Ik heb het gered. Wij hebben het gered.
En nu kan ik eindelijk rouwen. Begeleid door een ongelooflijk goede coach kan ik het verdriet nu omarmen, doorvoelen, om het los te gaan laten. De overlevingsstand mag uit. Ik wil weer voluit leven!

Lees de volgende blog hier: Verstrikt
Lees de vorige blog hier: Stroom van tranen

Meer lezen van Sietske Scholten?

Kijk voor alle boeken HE BEET en DSVE gratis producten.png