Door het doolhof van strakke witte gangen volgt Clara dokter Nyan. Hij stopt voor een metalen deur, drukt op een knop en wacht. De deur schuift open. Clara ziet hoe de deur verdwijnt in de schacht van de muur en een kleine ruimte zichtbaar wordt waar dokter Nyan instapt.
Aarzelend blijft ze staan.
‘Kom, voordat de deur sluit. Victor ligt op de tweede verdieping,’ zegt hij tegen haar, alsof het iets verklaart.
De deur komt automatisch terug uit de schacht van de muur. Dokter Nyan steekt zijn hand naar buiten en deur verdwijnt weer.
Angstig kijkt Clara hem aan.
‘Wilde je liever met de trap?’ vraagt hij haar.
Ze vermant zichzelf en stapt voorzichtig de ruimte binnen. Ze schrikt als de deur achter haar sluit en de ruimte begint te trillen. Ze grijpt naar de leuning aan de muur.
‘Wat gebeurt er?’
‘Rustig maar. We gaan omhoog.’
Een vreemd gevoel kriebelt in haar buik. Ingesloten tussen vier muren op een paar vierkante meter breekt het zweet haar uit. Omhoog? Haar ogen schieten alle kanten op. Hoe kan ze omhoog gaan? Uit niets om haar heen kan ze opmaken dat ze zich omhoog beweegt. Ze houdt haar vingers stevig geklemd om de leuning, terwijl haar handen trillen.
Als de metalen deur weer openschuift, ziet ze dezelfde gang als zojuist.
‘Hij ligt op de kinder-IC. Hier naar links,’ zegt dokter Nyan, die de lift uitstapt en de gang inloopt.
Met knikkende knieën loopt ze achter hem aan. Pas als ze langs een raam loopt, bevestigen de kruinen van de bomen in het gele licht dat vanuit de gang naar buiten schijnt, dat ze zich niet meer op de begane grond bevindt.
Clara volgt dokter Nyan als hij afslaat naar rechts en vervolgens naar links. Zonder dat hij zijn tempo vertraagt, loopt hij op deuren af die automatisch voor hem openen. Ze heeft geen idee hoe ze ooit zelf de weg terug kan vinden naar de plek waar ze het ziekenhuis binnenkwam. Ze is haar oriëntatie volledig kwijt, beseft ze, en kijkt toe hoe de arts zwaait naar de verpleegsters achter een balie, die hun ogen direct zoekend op Clara richten en vervolgens gegeneerd wegkijken.
‘Dit is Clara, de moeder van Victor,’ zegt dokter Nyan.
‘Ah ja,’ stamelt een verpleegkundige die vlug opstaat. ‘Clara. Natuurlijk.’
‘Een IC-arts zal je op de hoogte brengen over Victors toestand. Ik moet weer terug naar Spoed. Op verzoek van de politie mag je deze afdeling niet verlaten zonder te melden waar je heengaat. Het spijt mij,’ zegt dokter Nyan en perst zijn lippen op elkaar.
‘Dank u wel,’ fluistert Clara.
‘Sterkte.’
'Hier ligt Victor,' zegt de zuster.
Clara loopt met haar mee een kamer binnen die volstaat met apparaten vol met lichtjes, knopjes, slangen en schermen. Door alle indrukken duurt het een paar seconden voor ze het bed ziet staan waar ze Victor bewegingloos ziet liggen. Zijn oogjes zijn dicht. Er zit een slang in zijn neus en om zijn hand zit een verband gewikkeld waar een slangetje uitsteekt dat gekoppeld is aan een zak met vloeistof die hoog aan een metalen paal aan het bed hangt.
'Hoe....hoe is het met hem?' vraagt ze onzeker. Op de slangen na ligt hij er net zo bij als Jacob. Een in en in wit gezicht. De rode koortswangen zijn verdwenen. Met zijn ogen gesloten en geen enkele beweging in het anders zo bewegelijke lijfje, lijkt de dood nog steeds dichtbij.
'Je zoon is een vechter,' zegt de zuster die de angst op Clara's gezicht leest. 'We hebben hem iets gegeven om te slapen, zodat zijn lichaam alle energie kan gebruiken om beter te worden. Maar ik weet zeker dat hij je kan horen. Praat maar tegen hem.’ Ze laat één zijde van het ledikant zakken en schuift een stoel naast het bed. 'Ga maar bij hem zitten.'
Clara neemt plaats op de stoel en pakt Victors vrije handje die warm voelt. Minder warm dan toen ze hem uitkleedde in de spreekkamer toen ze bij het ziekenhuis aankwam, maar warm genoeg om te voelen dat hij leeft. Hij is er nog.
‘Mama is weer bij je, schatje. Ik laat je niet meer alleen.’ Ze drukt de rug van zijn handje tegen haar lippen en geeft hem een kus. Zachtjes huilt ze met zijn knuistje tegen haar wang.
'Moeilijk hè, om je kindje zo te zien,' zegt de zuster begripvol. ‘Ik zal het logeerbed voor je klaarmaken. Je zult wel moe zijn. Als we iets voor je kunnen doen, dan kun je op deze knop drukken,’ zegt ze wijzend, maar Clara heeft enkel oog voor Victor.
Terwijl de nacht voortkruipt, vecht Clara vermoeid tegen haar dichtvallende ogen. Om de zoveel tijd komt er een zuster bij Victor langs. Er klinken piepjes, knopjes worden ingedrukt, zakjes verwisseld en slangetjes gecontroleerd. Verslechtert zijn situatie? Clara heeft geen idee wat het allemaal betekent. Ze houdt haar ogen strak op hem gericht. Geen seconde wil ze Victor meer uit het zicht verliezen. De lakens kraken bij iedere beweging die ze maakt op het logeerbed. Het matras drukt tegen haar volgelopen borsten en herinnert haar aan Benjamin. Ze wil niet denken aan het laatste beeld dat ze van hem heeft. Hoe Oscar Emma met Benjamin op haar buik ruw meesleurde terug de poort van de tuin van de boerderij in. In haar gedachten hoort ze Benjamins gehuil boven het gegil van Emma uit. Oscar zal furieus zijn geweest over Clara's vertrek. Ze kent Oscar en zijn onbeheersbare woede die als een waas voor zijn ogen trekt en hem verstookt van ieder spoortje medemenselijkheid. Ze onderdrukt de angst dat Emma en Benjamin het hebben moeten ontgelden. Ze wil zich geen voorstelling maken van wat hij met ze zou kunnen hebben gedaan. Benjamin is nog zo klein. Zo kwetsbaar. Had ze hem maar kunnen beschermen. Ze had hem bij zichzelf kunnen ombinden. Veilig tegen haar aan. Waarom had ze dat niet gedaan? Ze had ze allebei kunnen dragen. Waarom had ze Benjamin bij Emma omgebonden? Hoe heeft ze hem achter kunnen laten? Nu ligt ze hier en heeft ze geen idee waar de boerderij is. Hoe vindt ze Benjamin ooit weer terug? En als ze de weg terug weet te vinden, zal ze dan nog wel op tijd zijn? Hoe lang kan hij zonder haar voeding? Hoe lang kan hij zonder haar bescherming?
Ze slaakt een diepe zucht. Het dikke kussen onder haar hoofd voelt zacht, en de warmte die haar lichaam afgeeft onder de ziekenhuisdeken maakt Clara rozig. Langzaam verdrijft de slaap haar zorgen. Steeds langer duurt het voordat ze haar zware oogleden weer opent. Haar ademhaling wordt trager tot ze zich overgeeft aan de loomheid die haar meeneemt de diepte in.
Ben je bereid om de waarheid onder ogen te komen, als het leven dat je kent het offer is?
Wanneer Clara, verdoofd van verdriet, de dag na het overlijden van haar tweejarige zoontje Jakob aan de keukentafel voor zich uit staart, stelt Oscar haar voor aan een schichtige jonge dienstbode die bij hen intrekt in ruil voor kost en inwoning. Het meisje, stilzwijgend en onervaren, beweegt zich als een ongrijpbare schim door de boerderij. Overmand door haar verdriet om Jakob, drukt Clara het knagende gevoel dat er iets mis is, weg en vertrouwt de zorg voor haar andere twee kinderen toe aan het meisje.
Zodra Jakob is begraven beveelt Oscar Clara om het meisje te onderwijzen. Onder druk leert ze haar sokken stoppen, kookwassen draaien, groente wecken en vlees pekelen. Steeds beter leren ze elkaar kennen en voorzichtig neemt het meisje haar in vertrouwen. Maar haar verhalen rakelen diep weggestopte herinneringen bij Clara op. Ze brengen haar in verwarring. Als ze Oscars steelse blikken naar het meisje opmerkt en de gelijkenissen niet meer te ontkennen zijn, begint de gruwelijke waarheid langzaam tot Clara door te dringen.
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: