Logo Sietske bl.png
droom

Hoofdstuk 15 - Droom

De auto heeft niet de vorm van Oscars bus, die hij heel af en toe door de poort de voortuin inrijdt als hij eraan sleutelt. Deze auto is lager en de vorm roept een vage herinnering bij haar op van lang geleden, naar een ander leven. Als een oude droom die ongrijpbaar suddert na het ontwaken. Alleen het gevoel is nog tastbaar, maar de beelden zijn onbereikbaar, vergrendeld en weggestopt in haar onderbewustzijn.
De auto mindert vaart en komt stapvoets naast haar rijden. Is ze veilig? De spanning in haar lijf loopt op. Iedere cel in haar lichaam schreeuwt dat ze het grasland op moet rennen, terug naar het bos waar ze zich kan verstoppen.
Moedig zijn, fluistert ze zichzelf toe. Ze moet blijven. Voor Victor zoekt ze hulp, en iedere kans die zich voordoet moet ze grijpen, ook al is ze bang.
'Alles oké?' vraagt een vriendelijke mannenstem bezorgd, terwijl het raampje uit zichzelf naar beneden zakt. De man steekt zijn hoofd een stukje uit het raam en de auto komt tot stilstand.
Ze stopt met lopen en draait zich naar de man, waarop zijn blik zakt naar het hoofdje van Victor dat tegen haar schouder ligt.
'Mijn baby is heel erg ziek,' zegt ze met trillende stem. 'Ik zoek hulp. Een dokter.'
'Ach meisje toch. Loop je midden in de nacht in the middle of nowhere met een ziek kind? Waarom heb je geen ambulance gebeld?'
'Ik wist niet wat ik moest doen. Hij heeft hoge koorts.'
'Stap in. Ik breng jullie naar het dichtstbijzijnde ziekenhuis.'
Onzeker blijft Clara staan. Een ziekenhuis. Het woord vormt een beeld dat opdoemt voor haar ogen. Een groot gebouw met lichte ruimtes. Bedden. Mensen in witte jassen. Alsof het vanzelfsprekend is dat ze het kent, als een vage herinnering aan een vorig leven. Onbewust voelt ze dat Victor daarheen moet, al roept het tegelijkertijd verwarring bij haar op. Waar komen deze beelden vandaan?
De man werpt zijn portier open.
'Kom maar.' Hij leidt haar naar de kant van de bijrijder en opent het portier. 'Lukt dat zo? Ik heb geen kinderzitje.'
Met een lichte mate van argwaan stapt Clara in, neemt plaats op de zachte stoel en legt Victor op haar schoot met zijn hoofd in haar elleboogholte. Zijn ogen blijven dicht. Met open mond ademt hij zwaar.
De man werpt het portier dicht en loopt terug naar de bestuurderskant, waar hij op de bestuurdersstoel ploft en zijn deur dichttrekt. Hij doet een paar handelingen, en de auto begint te bewegen.
Clara schrikt van een piepend geluid dat plotseling klinkt.
'Oh, je riem,' zegt de man.
Vragend kijkt ze hem aan.
'De gordel.' Hij knikt in haar richting.
Ze heeft geen idee wat hij bedoelt.
'Anders blijft het alarm afgaan.'
Hij wacht een kort moment, remt, en buigt zich vervolgens langs Clara, waarbij hij met zijn hand reikt boven haar schouder om een band uit de zijkant van de auto te trekken. Met de gesp in zijn hand wacht hij tot ze hem overneemt.
'Maak 'm maar vast,' verduidelijkt hij.
'Het spijt me,' zegt ze.
'Ik weet dat het niet de beste oplossing is met de baby op je schoot,' legt de man uit. 'Als je de baby iets naar voren houdt, gesp ik 'm vast.'
Clara maakt ruimte tussen Victor en haarzelf, waarop de man de band naar voren haalt en hem vastmaakt.
Hij neemt het stuur weer in zijn handen, en de auto komt opnieuw in beweging.
'Het dichtstbijzijnde ziekenhuis zal Amersfoort zijn. Waar kom je vandaan?' vraagt hij, terwijl de snelheid oploopt. Clara kijkt naar het landschap dat verlicht wordt door de koplampen en in steeds sneller tempo langs de ramen glijdt. Met haar vrije hand grijpt ze de deur vast en spant haar spieren aan uit angst voor de snelheid waarmee ze over de weg raast.

Pas als de auto vaart mindert en voor een groot, modern gebouw stopt waar overal licht brandt, ontspant Clara. Het is niet het gebouw dat ze voor zich zag bij het woord ziekenhuis, maar het heeft er wat van weg, beseft ze. Alles wat ze ziet absorbeert ze met een vage zweem van herkenning, terwijl ze tegelijkertijd het gevoel heeft dat ze voor het eerst van haar leven verder reist dan de tuin van de boerderij. Ze begrijpt er niets van.
'Deze deuren zijn van de spoedpost,' wijst de man.
Hij stapt uit, loopt om de auto heen en opent de deur voor Clara.
'Zal ik de kleine van je overnemen, zodat je kunt uitstappen?'
'Nee, het lukt wel,' zegt ze zacht en ze probeert op te staan, maar wordt tegengehouden door de band die de man eerder over haar buik heeft gespannen.
'Je riem,' zegt de man.
Ze zoekt, maar ze heeft geen idee hoe ze de band los kan maken.
Verbaasd kijkt hij haar aan en buigt zich hoofdschuddend over haar heen. Met een klik schiet de band los.
'Dank u wel.'
'Geen probleem, meisje. Beterschap voor de kleine!' zegt hij, terwijl Clara Victor tegen zich aan legt en naar de deuren loopt die automatisch voor haar openschuiven. Behalve de zorgen om Victor die zwaar op haar drukken, kijkt Clara haar ogen uit. De ruime hal waar ze in stapt, baadt in het licht. Niet het licht van het vuur van de kachel of het kaarslicht dat ze gewend is. De herkenning van het gelijkmatige licht dat vanaf een bak aan het plafond naar beneden schijnt, mengt zich met de vage herinnering. Waar heeft ze dit eerder gezien?
'Heeft u een afspraak?'
Clara volgt het geluid.
Een vrouw achter een breed schot met glas kijkt haar uitnodigend aan. Ze draagt een bril en haar blik glijdt over Clara’s voorkomen.
'Mijn baby heeft hoge koorts,' zegt Clara en ze schraapt haar keel.
De vrouw richt haar ogen op een dunne rechthoekige plaat schuin voor haar gezicht waar blauw licht vanaf schijnt dat weerkaatst op het gelaat van de vrouw.
'Heeft u van tevoren gebeld?'
De vingers van de vrouw tikken op een rechthoekig voorwerp met knoppen dat voor haar op tafel ligt. Clara heeft het eerder gezien, beseft ze opeens, alsof de vergrendelde deur naar haar onderbewustzijn op een nauwe kier komt te staan.
Ze draait zich een kwartslag, zodat de vrouw beter zicht krijgt op Victor.
'Hij is heel erg ziek.'
'Heeft u een afspraak?'
Clara schudt haar hoofd.
'Er komt zo iemand naar de baby kijken, mevrouw,' zegt de vrouw geruststellend. 'Maar het is wel de bedoeling dat u de volgende keer eerst belt. Wat is de geboortedatum van de baby?'
'Ik weet het niet,' fluistert Clara. 'Hij is 1 jaar.'
'Bent u de moeder van het kind?'
Clara knikt.
'Hoe heet de baby?'
'Victor.'
'En verder?'
'Verder niets.'
'Wat is zijn achternaam?'
'Wat bedoelt u?'
De vrouw slaakt een bijna onmerkbare zucht.
'Wat is uw adres?'
'Ik weet het niet. Helpt u ons alstublieft?'
'Ik kan de patiëntgegevens niet opzoeken als ik geen informatie heb. Heeft u een legitimatiebewijs bij zich?'
Clara fronst haar wenkbrauwen. Waarom helpt de vrouw haar niet? In het felle licht ziet Victor er nog veel zieker uit dan Clara dacht. Zijn wangen en ogen zijn vuurrood, zijn huid is grauw en zijn lippen zijn droog. Slap hangt hij in haar armen. Een kreun ontsnapt zijn mond.
'Alstublieft, hij is echt heel erg ziek.'
De vrouw haalt haar blik van het scherm.
'Ik zie het,' zegt de vrouw betrokken. 'Wacht maar met hem in de wachtkamer. Er komt gelijk een arts om jullie te halen, de rest regelen we later.'
Ze drukt op een knop en twee andere glazen deuren dan degene waar Clara zojuist door naar binnen kwam, schuiven automatisch open.
Vertwijfeld loopt Clara met Victor de volgende ruimte binnen. De muren zijn spierwit met her en der een schilderij. Op enkele glimmende stoelen die in rijen aan elkaar geschakeld zijn, zitten mensen. Een oude man en vrouw, een vrouw met een kind van een jaar of acht, een man die een doek tegen zijn voorhoofd houdt en twee vrouwen van middelbare leeftijd die zachtjes met elkaar fluisteren.
'Victor?' roept een man in een witte jas vanuit een geopende deur.
Clara kijkt op.
'Dag mevrouw, ik ben dokter Nyan,' zegt hij en hij steekt zijn hand uit naar Clara. 'Komt u verder.'


En? Wat vond je van dit hoofdstuk? Laat je het mij weten in de Facebookgroep?

Ga naar de Facebookgroep
ZWC mock up kopiëren

ZIJ WAS CLARA

Ben je bereid om de waarheid onder ogen te komen, als het leven dat je kent het offer is?



Wanneer Clara, verdoofd van verdriet, de dag na het overlijden van haar tweejarige zoontje Jakob aan de keukentafel voor zich uit staart, stelt Oscar haar voor aan een schichtige jonge dienstbode die bij hen intrekt in ruil voor kost en inwoning. Het meisje, stilzwijgend en onervaren, beweegt zich als een ongrijpbare schim door de boerderij. Overmand door haar verdriet om Jakob, drukt Clara het knagende gevoel dat er iets mis is, weg en vertrouwt de zorg voor haar andere twee kinderen toe aan het meisje.

Zodra Jakob is begraven beveelt Oscar Clara om het meisje te onderwijzen. Onder druk leert ze haar sokken stoppen, kookwassen draaien, groente wecken en vlees pekelen. Steeds beter leren ze elkaar kennen en voorzichtig neemt het meisje haar in vertrouwen. Maar haar verhalen rakelen diep weggestopte herinneringen bij Clara op. Ze brengen haar in verwarring. Als ze Oscars steelse blikken naar het meisje opmerkt en de gelijkenissen niet meer te ontkennen zijn, begint de gruwelijke waarheid langzaam tot Clara door te dringen.

Wist je dat...

Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat:

Lees meer
FB promo omslag 2023 kopiëren