Wat ikzelf heel belangrijk vind in al mijn verhalen is dat lezers zich kunnen inleven in de personages. Ik wil dat ze met hen kunnen meevoelen, bang zijn als er gevaar dreigt, boos als hen iets overkomt, verdrietig als ze iets verliezen. Daarvoor zijn er personages nodig van vlees en bloed. Maar hoe doe je dat? Hoe kom je zo dichtbij dat je je als lezer gaat identificeren met een personage? Ik doe dat door zelf in de huid te kruipen van het personage en mij voor te stellen dat ik het personage ben. Maar daarvoor moet ik wel precies weten wie het personage is. Laten we in de ShortThrill GEHEIM kijken naar de personages die ik heb gecreëerd.

Is het je opgevallen dat ik niet heel expliciete informatie geef over Miranda, Sander en Job, de personages in mijn verhaal? Ik gebruik alleen dat wat nodig is voor het verhaal. Als schrijver breng ik mijn personages in beweging en in die beweging onthullen ze van alles over zichzelf. Uit de dingen die de personages zeggen, en misschien nog wel meer uit de dingen die ze juist niet zeggen, kun je veel ontdekken over hun karakter. En ook in hun denken en handelen wordt duidelijk wat voor personages ze zijn. Zijn ze daadkrachtig, of een beetje aarzelend? Verontschuldigen ze zich in praktisch elke zin of praten ze op een zelfverzekerde, misschien zelfs arrogante toon? De manier waarop personages spreken, denken en handelen, levert meteen een bepaald beeld op van die persoon. Daarom is het beter om je personages te laten zien in hun doen en laten, in plaats van ze te beschrijven, oftewel: Show, don’t tell.
En hoe meer je de personages in lastige situaties brengt, hoe meer ze onthullen over hun karakter. Want als alles voorspoedig gaat, kan je personage misschien een bepaald beeld van zichzelf willen geven, maar als je je personage in een stressvolle situatie brengt, zal het ware karakter naar boven komen.

OPDRACHT 2:
Verzamel uit de ShortThrill GEHEIM alle informatie die je kunt vinden over Miranda. Zowel de informatie die ik expliciet geef, als ook de informatie die je over haar krijgt door haar denken en handelen. Wie is Miranda? Hoe ziet ze eruit? Wat voor karaktereigenschappen heeft zij? Is ze bijvoorbeeld nuchter of juist emotioneel? Is ze sympathiek of juist niet? Omschrijf met deze informatie het personage ‘Miranda’, zodat je een duidelijk beeld krijgt van haar.

Verzamel daarna alle informatie die je in de tekst kunt vinden over Sander, zoals je net voor Miranda hebt gedaan. Maak vervolgens een omschrijving van het personage ‘Sander’.

Vergelijk Miranda met Sander. Zie je overeenkomsten tussen hen? Of tegenstellingen?

Als je wilt, kun je je personage-omschrijvingen delen in de Facebookgroep en er met de andere deelnemers over van gedachten wisselen.

Veel plezier en tot de volgende les.

Lieve groet,

Sietske Scholten