De afgelopen lessen ben je bezig geweest met het analyseren van mijn ShortThrill GEHEIM. We hebben het gehad over personages, hun drijfveren en het daaruit voortvloeiend conflict; het plot, de tijdlijn en de keuze voor het kader op de tijdlijn. Met die basiselementen gaan we verder werken en dat doen we door vanaf nu aan de slag te gaan met het construeren van je eigen verhaal.

Vandaag wil ik je iets vertellen over inspiratie. Want voordat je kan beginnen met het schrijven van een verhaal, heb je natuurlijk een idee nodig. En hoe kom je daaraan? Ik start meestal vanuit een fascinatie. Als een drone is een deel van mij in het echte leven altijd bezig met observeren en verwonderen. Terwijl ik op de trein sta te wachten, vang ik een gesprek op tussen twee mensen, tijdens het kijken van een film ontdek ik een interessante invalshoek. Maar ook als ik een boek lees, kijk naar kunst, luister naar muziek, een krantenartikel of een column in een tijdschrift lees, passeert er iets dat mij inspireert. Het is handig om die fascinaties te noteren, zodat je daaruit kunt putten op het moment dat je een verhaal wilt gaan schrijven.

Als ik de ruimte en de rust heb, neem ik zo’n fascinatie en ga ik associëren. Ik laat mijn gedachten de vrije loop en via allerlei zijpaden begint zich een flard van een verhaal te vormen. Lang niet alles wat ik bedenk, mondt uiteindelijk uit in een verhaal. Er zijn vaak meerdere ontkiemende verhalen in zo'n associatieproces en vaak is er slecht één goed genoeg om uit te bouwen.

Om tot een plot te komen, ga ik meestal wandelen. Als mijn lijf in beweging is, komt mijn hoofd vaak ook in beweging. Gelukkig woon ik in een prachtig stukje Nederland en ben ik al na enkele minuten wandelen bij de IJssel. Ik slenter langs de strandjes met de muziek van Ludovico Einaudi of Max Richter uit de koptelefoon op mijn oren. Ik trek mij al lopend terug in mijn binnenwereld en zoom in op zo’n fascinatie of zo’n prematuur verhaalidee. Ik stel mijzelf tientallen waarom-vragen en zoek naar antwoorden tot alle elementen zich beginnen samen te voegen tot een plot.

Het is belangrijk om goed je ogen en oren open te houden, want alles wat je leest, hoort of ziet, kan zich vertalen naar een idee voor een verhaal. Bewaar die fascinaties en ideeën voor het moment dat je tijd en ruimte hebt om ze verder te kunnen gaan uitwerken.

OPDRACHT 6:

Spit de krant (papier of digitaal) door op zoek naar drie berichten die je fascineren. Ga bij jezelf na wat het precies is dat je interessant vindt aan deze berichten. Wat roept het bericht bij jou op? Het hoeft geen directe (of logische) relatie te hebben tot het bericht, het kan ook zijn dat er bij jou een gedachtegang ontstaat die leidt tot iets dat jou fascineert. Het krantenbericht is in dat geval slechts het startpunt.

Scheur deze drie krantenberichten uit, of als je online iets gevonden hebt, zet de berichten bij elkaar in een map, zodat je ze makkelijk terug kunt vinden. Je hebt deze berichten nodig voor de opdracht bij les 7, dus bewaar ze.

Heel veel plezier, fijn weekend en tot morgen.

Lieve groet,

Sietske Scholten