Dialogen zijn letterlijk de dingen die je personages tegen elkaar zeggen. Hoe je personages spreken, laat veel van hen zien. Door hoe ze praten, geven ze zich, bewust en onbewust, bloot. Dialogen maken het mogelijk om niet alles in je verhaal te hoeven vertellen terwijl het gebeurt. Met een dialoog kun je veel duidelijk te maken. Maar dialogen zijn veel meer dan een middel om van A naar B te komen. Het gaat om onverwachte uitspraken, suggesties, onderhuidse spanning, botsingen, mooie zinnen. En vaak gaat het ook om wat er juist niet wordt gezegd. Door je personages met elkaar te laten praten, breng je ze tot leven.
Het is niet zo dat je gewoon met je notitieboekje in een koffietentje kunt gaan zitten en dat je dan de mooiste dialogen om je heen opvangt. Gesprekken die je stiekem afluistert, kunnen je zeker inspireren tot geschreven dialogen, maar gesproken tekst kun je vrijwel niet hetzelfde op papier verbrengen. Dan blijkt deze namelijk geen enkele spanning te hebben. Wat in het echt werkt, werkt over het algemeen dus niet op papier. Zo’n afgeluisterd gesprekje zou je kunnen zien als een eerste ruwe versie, een schets. Een mooie zin of een mooie uitspraak kan dus wel degelijk het startpunt zijn voor een geschreven dialoog, maar er zal altijd nog aan gesleuteld moeten worden.
Er is niet een kant en klaar recept voor hoe je een goede dialoog schrijft. Wat een goede dialoog is, verschilt ook per verhaal en zelfs binnen hetzelfde verhaal zal de ene dialoog op een bepaald punt in het verhaal wel goed werken, en op een ander punt niet. Het is goed om je bewust te zijn van de functie die je dialoog heeft. En die zal elke keer anders zijn. Wil je informeren, dan hoeft je dialoog geen scherpe zinnen te bevatten, maar kan er worden volstaan met wat feitelijke uitwisselingen tussen personages. Wil je iets van de personages laten zien, dan kan je ze met elkaar in gesprek laten gaan over iets dat hen raakt, waardoor hun uitspraken emotie bevatten. Spannend is een dialoog als mensen elkaar niet begrijpen of langs elkaar heen praten. Maar dat moet ook geen trucje worden dat je op elke bladzijde toepast. En spannend is het ook als er belangrijke dingen niet worden gezegd of er van alles wordt geïnsinueerd. Dialogen bieden de schrijver veel mogelijkheid om de lezer op het verkeerde spoor te zetten.
Het is gebruikelijk om in een dialoog elk nieuw personage dat aan het woord is, een nieuwe regel te geven. Dat zorgt ervoor dat je niet na elke zin ‘zei hij’ of ‘sprak zij’ hoeft te vermelden. De gedachten en handelingen van degene die aan het woord is, vallen binnen dezelfde regels. Een voorbeeld.
‘Wat zijn we lekker veel aan het leren,’ zegt persoon A.
Persoon B kijkt op, knikt. ‘Ik wil nog veel meer weten.’
‘’t Is nog niet klaar.’
‘Dat zeg ik toch ook niet.’
Persoon A schuift zijn stoel naar achteren en loopt naar de koffieautomaat. ‘Nee nee. Je zegt helemaal niets.’
Je ziet dat de overgang naar de tekst van een ander personage wordt verduidelijkt door het springen naar een nieuwe regel. Zo zorgt de vormgeving van de dialoog dat het voor de lezer duidelijk is wie er aan het woord is, zonder dat je dat in elke regel opnieuw hoeft te zeggen.
OPDRACHT 14:
Pak je schets (waar je gisteren de interne monoloog in hebt verwerkt) er weer bij en richt je op je hoofdpersonages. Je kent hen inmiddels behoorlijk goed. Je bent in hun huid gekropen, in hun gedachtewereld, nu is het tijd om ze te laten praten. Welke toon en taalgebruik past bij je personages? Laat ze met elkaar in gesprek gaan. Bouw stukken beschrijven tekst om tot een dialoog. Laat je personage iets anders zeggen dan wat hij/zij van binnen denkt. Laat ze langs elkaar heen praten of elkaar verkeerd begrijpen. Laat je personage zwijgen als hij/zij eigenlijk iets heel graag zou willen weet of laat hem/haar juist iets eruit flappen, waarna hij/zij zijn/haar tong afbijt. Speel met de mogelijkheden die de dialoog biedt. Begin bij het begin van je schets en zoek momenten waar je graag een dialoog zou willen hebben. Verwerk de dialogen in je schets.
Als je dat wilt kun je een dialoog die je zelf geslaagd vindt, delen met de andere deelnemers in de Facebookgroep.
Veel plezier en tot morgen.
Lieve groet,
Sietske Scholten