logo sietske scholten zwarte letters.png

Les 5: Sturen


Heb je vorige week de twee verhaallagen ontdekt in de ShortThrill TELEURSTELLING? Als suggestieve verhaallaag heb ik gebruik gemaakt van het thema ‘postnatale depressie’. Bij de werkelijke verhaallaag is het thema ‘kinderontvoering’. Heb je gemerkt hoe ik in het begin van het verhaal de gedachtes van de lezer de richting van de ‘postnatale depressie’ op stuur door gebruik te maken van woorden als:

  • onophoudelijk gehuil,
  • gebalde vuistjes
  • starend
  • kale bomen
  • waas over haar gedachten
  • beschuldigende stem
  • teleurstelling
  • verdoven
  • ze is zichzelf verloren
  • holle ogen

Het personage Sarah vertoont veel kenmerken van een depressieve jonge moeder. Daar stuur ik op aan. Daarnaast volgen we haar gedachtenstroom over het moeizame traject om zwanger te worden, inclusief miskramen. Het is een logisch gevolg dat deze vrouw eindelijk moeder is geworden, maar dat de emotionele klap van de afgelopen jaren nu pas volgt, nu ze haar baby heeft. In het begin van het verhaal klopt dit beeld helemaal, maar het wordt gesuggereerd. Als de lezer letterlijk zou lezen wat er staat, staat er nergens dat zij de moeder van de baby is.

Weet je nog dat ik in les 2 vertelde over de lezer die je als een blind persoon, zonder geur-, tast- en reukzin rondleidt door het verhaal. Je wijst die persoon elementen aan, maar verzwijgt nog heleboel feiten. De lezer denkt dat hij het verhaal overziet, maar ziet in werkelijkheid alleen wat hij zelf concludeert uit de weinige informatie die beschikbaar is.

In de werkelijke verhaallaag beseft Sarah (in het begin van het verhaal) wat ze heeft gedaan. Ze begrijpt dat ze zichzelf verloren is. Toen ze gisteren voor de zoveelste keer ongesteld werd, heeft ze uit wanhoop een baby meegenomen van de speelplaats en met de baby gevlucht naar een Center Parcs huisje. Sarah is boos op en teleurgesteld in zichzelf. De hongerige baby probeert ze borst te geven, maar ze heeft (natuurlijk) geen melk. De baby wordt nog bozer en Sarah kan niet meer tegen het gehuil. Ze ziet nog maar één uitweg: samen met de baby op weg naar de verdrinkingsdood. Het is haar partner Felix die hen net op tijd vindt en die de aanzet geeft tot de plotwending: hij kent de baby niet en beseft dat dit de baby is die door het hele land wordt gezocht. De lezer ontdekt nu de werkelijke verhaallaag.



Bij een lang verhaal of zelfs een heel boek kun je gebruikmaken van verschillende verhaallijnen met op hun beurt meerdere verhaallagen. Deze kun je van te horen uitdenken, zodat de constructie van het verhaal staat voor je begint te schrijven. Je weet dan van tevoren hoe je een personage in eerste instantie suggestief wilt neerzetten, zodat er later een plotwending kan volgen die de lezer niet heeft zien aankomen.

Een kort verhaal leent zich er uitstekend voor om te oefenen hiermee en vaardiger te worden met deze techniek. Hier gaan we de komende weken aan werken. We focussen ons voor deze opdracht slecht op twee verhaallagen: het aanzetten van de suggestieve laag en het creëren van de werkelijke onderlaag. Onder je lezerspubliek kun je uittesten of je plotwending echt als een verrassing komt.

Vorige week heb ik je al de tip gegeven om eens te kijken tussen de lijst met onderwerpen. Wees niet bang dat je een thema neemt dat cliché is. Over alle onderwerpen is al geschreven en er zijn slecht 36 dramaturgische situaties mogelijk volgens Carlo Gozzi (1720-1806). Die lijst werd overigens pas door George Polti (1867-1946) uitgewerkt.
Jouw verhaal wordt uniek door de wijze waarop jij het vormgeeft en beschrijft. Dus laat de zelfkritiek los en fantaseer er op los!




OPDRACHT 5:
Kies de komende dagen twee thema’s/onderwerpen die jou aanspreken. Bedenk daarmee een verhaal met twee verhaallagen. De suggestieve (liefst clichè) en de werkelijke laag (ligt niet voor de hand). Werk het verhaal nog niet verder uit. Laat het alleen nog een ruw verhaalidee zijn.
Beschrijf dit ruwe verhaalidee met de twee verhaallaagideeën en blijf er een paar dagen over nadenken. Pak het er na die paar dagen opnieuw bij en pas het eventueel aan.

Tip: Ga een lange wandeling maken waarin je met jouw gekozen thema’s gaat brainstormen over je verhaallagen. Als je letterlijk in beweging bent, komen je ideeën ook in beweging.



TERUGKOPPELING
Mail mij over zes dagen je ruwe verhaalidee. Waarom niet eerder? Omdat een verhaalidee tijd nodig heeft om zich te ontwikkelen en je misschien over zes dagen iets heel anders naar mij stuurt, dan je aanvankelijke concept.
Mail naar: team@sietskescholten.nl

Heb je moeite met het bedenken van twee verhaallaagideeën? Kies dan in ieder geval de thema’s/onderwerpen en bedenk één verhaallaag. Mail mij dat over zes dagen en geef aan waar je vastloopt, dan help ik je.

Tot volgende week bij les 6!

Lieve groet,

logo sietske scholten zwarte letters.png496dbecb-5570-4efb-9332-391baed58a9b.png