Jacob bonst met zijn vuist hard tegen de deur van het driekamerappartement op de vierde verdieping van het flatgebouw.
‘Mandy!’ schreeuwt hij door de kier. De veiligheidsketting staat strakgespannen. ‘Laat me erin!’ Zijn woorden breken de stilte van de nacht en botsen tegen het beton van de omliggende flats. Joey opent zijn ogen en komt moeizaam overeind. Zijn hart klopt in zijn keel. Hij moet in slaap zijn gevallen.
‘Mandy, doe open!’ Met de stalen neus van zijn schoen schopt Jacob tegen de deur. ‘Open die deur!’ Joey tilt de punt van het laken dat mama voor het raam heeft gespannen opzij en legt zijn vurige wang tegen het glas van het venster. Het kale hoofd van zijn vader glimt in het licht bij de voordeur. Een klein gedeelte van de tribal tatoeage die zijn hele rug bedekt, steekt boven de boord van zijn bomberjack uit. Alsof hij Joey’s blik voelt, draait Jacob zich om en ziet Joey achter het raam van zijn slaapkamer.
‘Doe open,’ gebaart Jacob.
Joey springt van zijn bed en rent in zijn boxershort via de woonkamer naar de hal. Hij haalt het veiligheidskettinkje uit de sleuf en duwt de klink omlaag. De deur vliegt open en Jacob rent naar binnen.
‘Waar is je moeder?’ Hij beent langs Joey door de hal naar de woonkamer waar hij de gang in verdwijnt. Joey spitst zijn oren. Een deur wordt opengegooid en knalt tegen de muur.
‘Sta op!’ Joey hoort zijn moeder gillen. Zijn hart klopt in zijn keel. Het gestommel komt dichterbij. Een prikkeling schiet door zijn endeldarm. Snel duikt Joey onder de grote kartonnen koelkastdoos in de hoek van de woonkamer waar hij zich zo klein mogelijk maakt en zijn armen om zich heen slaat om het trillen te verminderen. Door een gat in het karton ziet hij in het schemerlicht hoe zijn vader zijn moeder de woonkamer in duwt.
© Copyright 2022 Sietske Scholten - Privacy Beleid - Algemene Voorwaarden