logo sietske scholten zwarte letters.png


Les 2: Manipulatie


Hoe heb je het in de vorige les ervaren om zo bewust plaats te nemen op de ‘stoel’ van de lezer? Hoe was het om je dingen af te vragen? Om dingen niet te weten. Hoe was het om langzamerhand antwoorden te krijgen op je vragen? Kreeg je ze letterlijk of was het een optelsom waardoor je vragen beantwoord werden? En hoe was dat voor jou? Vond je dat juist fijn? Zette het je aan tot nadenken? Of bracht het verwarring?
Neem, voor je verder leest, even de tijd om over deze vragen na te denken. Besef dat er geen goed of fout antwoord is. Het gaat om jouw beleving als lezer en hoe jij dat ervaren hebt.


Ik vergelijk de lezer altijd met iemand die blind is én geen reuk, geen smaak én geen tastzin heeft. Het enige wat deze persoon kan is luisteren naar mijn woorden en daarmee de situatie om zich heen interpreteren. Ik leid die persoon, de lezer dus, met enkel mijn woorden door de situatie. Ik beschrijf de setting, het personage (of personages), de bewegingen, de mimiek, de sfeer, de details. Maar…. ik heb wel de macht over wat ik vertel. De lezer weet niet meer dan de informatie die ik met hem deel door de woorden die ik hem toereik. Ik ben verplicht om de waarheid te vertellen. Ik mag niet iets benoemen wat er eigenlijk niet is. Dan zou ik liegen. Echter heb ik wel de keuze in wat ik niet vertel (terwijl het er wel is). Ik weet dat de lezer (de blinde zonder tastzin, smaak en geur) met de informatie die ik hem geef de omgeving en situatie zal gaan construeren in zijn hoofd. Hij (de lezer) zal zich een beeld vormen en dat beeld is slechts een interpretatie van de werkelijkheid die ik (de schrijver) kan waarnemen. Als ik iets niet benoem, krijgt hij het niet mee en zal hij het niet meenemen in de constructie van het beeld. Dat feit geeft mij de gelegenheid om hem te manipuleren. Dat klinkt heftig, maar als (thriller)schrijver is dit mijn belangrijkste tool om goede plotwendingen te creëren. We gaan dus werken aan je manipulatie-skills!

De eerste stap is om precies te weten hoe je de informatie doseert voor lezer. Wat is de minimale informatie die hij nodig heeft om het beeld op te kunnen bouwen? Wat moet de lezer écht weten om het verhaal te kunnen volgen en verder te willen blijven lezen? Dat is de essentie. De basis. Maar als ik alleen de essentie vertel, leg ik de nadruk op hetgeen wat ik vertel. Als ik te veel informatie zou geven, zal de lezer veel ruis krijgen, waardoor de essentie wordt ondergesneeuwd. En daar zit precies de sleutel! Omdat ik manipuleer, wil ik dat sommige informatie wel degelijk wat wordt ondergesneeuwd. Ik noem het, heel onopvallend. Ik heb het verstopt door het tussen minder relevante zaken te zetten. Of door het al vroeg in het verhaal te noemen, zodat de lezer nog te weinig informatie heeft om er veel belang aan te hechten. Pas tegen het einde van het verhaal zal hij begrijpen wat er met de woorden die hij in het begin las, wordt bedoeld en valt het spreekwoordelijke kwartje. In een kort verhaal is er overigens weinig ruimte voor niet-essentiële woorden, omdat je al zo beperkt bent in het totaal aantal woorden om het verhaal te vertellen. In een langer verhaal heb je meer mogelijkheden om te spelen met flashbacks, interne monologen (gedachtes), dialogen, handelingen en beschrijvingen van de setting om ruis bij de lezer te veroorzaken.

Ik kies mijn woorden (alle woorden dus!) heel tactisch. Zowel de essentiële woorden, als de niet-essentiële woorden. Ze dienen allemaal wel degelijk een doel. Ofwel om iets belangrijks te vertellen, ofwel als ruis om iets belangrijks te verbergen. Ieder woord heeft dus een functie.



OPDRACHT 2:
Opdracht:
Hier gaan we mee oefenen! Vorige week heb je mijn ShortThrill NACHTJAPON gelezen. Je weet waar het verhaal over gaat en wat de plotwending is. Dit keer ga je het verhaal fileren. We halen alle zinnen los van elkaar en gaan per zin inzoomen om heel letterlijk te gaan kijken wat er werkelijk staat, wat de essentiële woorden zijn en wat het doel is van die woorden. Download hier het document waarin je gaat werken:

Schrijf bij iedere zin de (aller)belangrijkste essentie-woorden in de tweede kolom. Beschrijf in de derde kolom wat jij denkt dat het doel of suggestie is van die woorden. Weet je bij sommige zinnen niet wat het doel is van de woorden? Dan laat je dat vakje leeg. Aangezien jij niet de schrijver bent van NACHTJAPON zal het niet bij iedere zin makkelijk zijn om te achterhalen waarom ik juist deze woorden en deze zin heb gebruikt, maar het is een goede oefening om op woordniveau te kijken naar een tekst.



TERUGKOPPELING
Ook deze opdracht maak je voor jezelf. In de derde les kun je jouw antwoorden bij opdracht 2 vergelijken met de mijne.
Over een aantal lessen zul je de kennis en inzichten die je hebt opgedaan in de eerste paar lessen, gaan toepassen bij het schrijven van een eigen tekst. Dan zal ik je vragen het naar mij te mailen, zodat ik je van feedback kan voorzien.

Tot volgende week bij les 3!

Lieve groet,

logo sietske scholten zwarte letters.png496dbecb-5570-4efb-9332-391baed58a9b.png