logo sietske scholten zwarte letters.png

Les 7: De anticlimax


Je weet nu hoe je je personages aan de lezer wilt presenteren (suggestieve verhaallijn) en wie ze werkelijk zijn (werkelijke verhaallijn). Je hebt bedacht hoe de status van de personages vanuit de perceptie van de lezer wordt omgedraaid bij de climax en misschien heb je zelfs wel een dubbele statuswisseling bedacht. Je lezers zullen ervan smullen als ze worden verrast. Ze vinden het heerlijk om te bedenken waar het verhaal zich naartoe ontwikkelt en hun verwachting vervolgens níet uit blijkt te komen. In je plotontwikkeling kun je daarom bijna alle kanten op, behalve één en dat is:


de anticlimax

Bij een anticlimax wordt de spanning opgevoerd, maar uiteindelijk niet ingelost.


Een voorbeeld van een anticlimax:
De lezer weet dat er een explosief op scherp staat. De teller tikt de laatste secondes weg en de personages zoeken in blinde paniek dekking om zich te beschermen voor de enorme impact. De nul verschijnt op het display, de lezer houdt zijn adem in en dan .... gebeurt er niets. De bom gaat niet af. De personages komen langzaam tevoorschijn uit hun schuilplek. Het was vals alarm en het verhaal eindigt.


De lezer ervaart een anticlimax als een teleurstelling. Dat wil je als schrijver natuurlijk koste wat kost voorkomen. Bij het opwekken van een bepaalde verwachting bij de lezer mag de werkelijke climax in intensiteit niet minder zijn dan de intensiteit van de suggestieve verwachting. Dat doe je door ervoor te zorgen dat de werkelijke verhaallijn de suggestieve verhaallijn overtreft qua emotie. Laat het wreder zijn, spannender. Of verdrietiger. Of mooier, liefdevoller, enger, gevaarlijker, zieliger of beter (het goede wint het van het kwade). Het maakt niet uit waar je voor kiest als het maar intenser is, zodat de lezer niet het gevoel heeft teleurgesteld te zijn in het verhaal. Bij het voorbeeld van de bom zou je het ervoor kunnen kiezen om het vals alarm (oftewel de bom die NIET afgaat) vóór de climax te laten komen. Er gebeurt daarna iets dat nog spannender is. Een andere mogelijkheid is dat het wel een echte bom is. De hoofdpersoon weet net op tijd de bom te ontmantelen. Dan draait de spanningsopbouw om de vraag of het de hoofdpersoon gaat lukken en is de climax het moment dat de hoofdpersoon het goede draadje doorknipt.

Misschien lijkt het nu alsof dit vooral van toepassing is bij een thriller of actieverhaal. In die twee genres is dit inderdaad ook duidelijker aan te wijzen, maar je gebruikt ‘m (weliswaar minder heftig) net zo goed in andere genres. In een liefdesverhaal bouw je de spanning bijvoorbeeld op rondom de vraag of het de geliefden gaat lukken om elkaar terug te vinden, nadat ze elkaar uit het oog zijn verloren. Als het antwoord simpelweg ‘nee’ gaat zijn (zonder een intenser alternatief), dan zal het een anticlimax zijn. De ontwikkeling heeft geleid tot niets of er heeft überhaupt geen ontwikkeling plaatsgevonden.

Het hoeft ook zeker geen positieve ontwikkeling te zijn. In een drama kan het bijvoorbeeld ook slecht aflopen met de hoofdpersoon. Hij vecht bijvoorbeeld zijn hele leven om zich los te maken van zijn trauma, maar sterft uiteindelijk aan hetgeen waar hij al die tijd bang voor is geweest. Zolang de intensiteit sterker is bij de climax in plaats van dat het afzwakt, zal de lezer willen weten hoe het afloopt en het verhaal niet naast zich neer willen leggen.

Heb je het idee dat jouw verhaalidee een anticlimax is? Draai dan het verhaal eens volledig om. Wissel de karakters met de personages. Wissel de status. Maak de anticlimax de suggestieve lijn, zodat je de sterkste en meest intense lijn als werkelijkheid hebt. Soms hoef je maar een paar elementen te wijzigen en heb je opeens een ijzersterk plot, waarvan de lezer de wending niet aan ziet komen.


OPDRACHT 7:
Kijk naar het verhaalidee dat je twee lessen terug hebt bedacht. Neem de suggestieve lijn en een werkelijke lijn in gedachte en voeg die twee lijnen nu samen tot er een tijdslijn ontstaat van het verhaal dat jij wilt gaan vertellen. Tot aan de climax is vooral je suggestieve lijn te zien en zitten er slechts een paar hints is naar de werkelijke lijn. Pas bij de climax doorziet de lezer de werkelijke lijn.

Maak een tijdslijngrafiek zoals hieronder. Download 'm hier, print 'm uit of teken 'm over en zet punten op deze lijn. Die punten nummer je. Onder de grafiek werk je de nummers uit, zodat je weet wat er op welk punt in het verhaal gebeurt. Je belangrijkste punt is de climaxpunt.


spanningsboog goed normaal.jpg

Zorg dat in je uitwerking van de punten onder de tijdslijngrafiek duidelijk wordt:
-Hoe jouw verhaal zich ontwikkelt
-dat er een duidelijke spanningsopbouw plaatsvindt (bij ieder punt wordt het enger of mooier of verdrietiger, of…etc.)
-wat er gebeurt op de climaxpunt in je verhaal. Vraag je af of dit punt intenser is dan dat de lezer had verwacht vanuit de suggestieve lijn. Is dit niet het geval, pas je verhaal dan aan, zodat dit wel het meest intense punt wordt.



TERUGKOPPELING
Mail mij je tijdlijngrafiek en de uitwerking. Als het je niet lukt om 'm digitaal in te vullen, print 'm dan uit of teken de grafiek over en zet de punten en cijfers handmatig op papier. Fotografeer dit en voeg 'm als bijlage toe aan je mail. De uitwerking van de punten kun je in de tekst van je mail plaatsen. Het gaat er niet om dat het een mooie grafiek wordt, het gaat mij erom dat je uitvoerig nadenkt over de spanningsopbouw en de intensiteit van je climax.

Mail naar: team@sietskescholten.nl

Ik wens je heel veel plezier!


Lieve groet,

logo sietske scholten zwarte letters.png496dbecb-5570-4efb-9332-391baed58a9b.png