logo sietske scholten zwarte letters.png

Les 8: De kijkrichting


De kunst van het verhalen vertellen (wat een schrijver bij uitstek doet) zit ‘m niet in de feiten en de gebeurtenissen van het verhaal op zich. Daarom werkt een samenvatting niet als echt verhaal, want alles staat of valt met de manier waarop het verhaal wordt verteld. In moppen komt dit heel duidelijk naar voren. De timing, de volgorde hoe het wordt verteld en dan tot slot de ‘punch line’, waarop het publiek opeens begrijpt hoe de grap in elkaar steekt en in lachen uitbarst.

Een hele belangrijke keuze die hiermee te maken heeft, is de keuze voor het perspectief. Als we terugdenken aan de vergelijking met een theaterbezoeker die vanuit zijn stoel de voorstelling bekijkt, dan kun je je vast zijn zichtlijn wel duidelijk voorstellen. Hij kijkt vanaf die stoel naar het podium en en ziet de hele voorstelling vanuit dit vaste punt. De regisseur bepaalt waar de spelers staan. Bijvoorbeeld dat speler/personage A met haar rug naar het publiek staat, zodat de kijker niet ziet dat ze ondertussen een mes van de tafel pakt. Ze houdt ‘m zo vast dat het voor de kijker als een verrassing komt, als ze opeens het mes in de lucht heft en haar tegenspeler bedreigt. Dit is een extreem voorbeeld, maar ieder detail is door de regisseur bepaald. Is het de bedoeling dat de kijker het ziet? Of juist niet? Waar zet je de speler neer op het podium? Hoe heeft hij zijn lichaam gedraaid ten opzichte van het publiek? En hoe zijn gezicht? Moet een beweging of handeling opvallen of juist niet? Is het een grote handeling of juist een kleine? De regisseur bepaalt de zichtlijn en daarmee wat de kijker wel of niet meekrijgt. Als schrijver doe ik hetzelfde alleen staat de stoel nu niet in het publiek. Bij een geschreven verhaal kies ik ervoor om de lezer het verhaal te laten ervaren door de ogen van een vast personage. Dit lijkt simpel, maar vergis je niet, ongemerkt verander je al snel van perspectief of beschrijf je iets wat je hoofdpersonage helemaal niet kan weten, kan zien of kan ervaren. Wees hier dus extra alert op tijdens het herschrijven.

Het heeft de voorkeur om je verhaal vanuit één personage te vertellen. Wil je toch heel graag twee perspectieven gebruiken? Laat je perspectiefwisseling dan een hele bewuste en duidelijke keuze zijn die ook visueel zichtbaar is door bijvoorbeeld een witregel (kort verhaal) of een nieuwe hoofdstuk (langer verhaal) en doe dit zeker niet te vaak of te snel achter elkaar. Vergelijk het opnieuw met de kijker in het publiek. Zijn stoel is inmiddels aangenaam warm geworden onder zijn billen. Hij is gewend geraakt aan zijn kijkrichting naar het podium. Hij is zich gaan hechten aan deze plek in het publiek en voelt zich ‘thuis’. Opeens vraag je de kijker om op te staan van zijn stoel, naar de andere kant van het publiek te lopen en daar op een andere stoel te gaan zitten. Die stoel voelt koud en onwennig. Hij kijkt naar het podium en merkt dat hij een hele andere zijde ziet van het decor. Hij heeft tijd nodig om te wennen aan dit nieuwe perspectief, zijn stoel onder zijn billen weer op te warmen en zich thuis te gaan voelen.

Een lezer heeft dit ook. Bij een schakeling moet je je er als schrijver heel bewust van zijn dat de lezer tijd nodig heeft om zich te identificeren met het andere/nieuwe personage van waaruit hij het verhaal vanaf nu ervaart. Om de alinea schakelen van perspectief is voor een lezer net zo intensief als voor een kijker die om de paar minuten op moet staan van zijn stoel en naar de andere kant van het publiek moet lopen om daar op een andere stoel te gaan zitten. De kijker/lezer is dan vooral bezig met de verplaatsing van zijn perspectief, waardoor de aandacht wordt weggenomen van het verhaal en er een kans bestaat dat de kijker/lezer helemaal afhaakt. De kijker besluit de zaal te verlaten en de lezer legt het verhaal aan de kant.

Zelf maak ik de keuze voor het perspectief het liefst ’s avonds laat of ’s nachts als ik in bed lig. Volledig in rust, in het donker, sluit ik mijn ogen en stap ik in mijn hoofd mijn verhaal binnen. Ik kies één van mijn personages en kruip in zijn of haar ogen. Dan doorloop ik de scène of het korte verhaal alleen vanuit zijn/haar perspectief. Als ik daarmee klaar ben, kies ik het andere personage en doe ik hetzelfde vanuit zijn/haar perspectief. Als er nog meer personages zijn, dan doe ik dat ook met hen.
Vervolgens vraag ik mij af welk perspectief het sterkste was. Bij wie kwam de scène/het verhaal het beste tot zijn recht? Bij wie is het verrassingseffect het grootst? Ik weeg dit goed tegen elkaar af. Soms is de keuze heel lastig, omdat beide perspectieven voordelen en nadelen hebben. Sommige dingen kan ik niet vertellen als ik kies voor de één. Maar kill your darlings, moeilijke keuzes maken hoort erbij en uiteindelijk is er altijd één perspectief dat toch net het verhaal iets beter weergeeft.


OPDRACHT 8:
Neem je tijdlijn van opdracht 7 erbij en kies één personage van waaruit je, uit zijn/haar ogen, het verhaal in je hoofd doorloopt. Doe het vervolgens voor het andere personage (of de andere personages). Voel waar je voorkeur naar uitgaat. Bij welk perspectief krijg jij de meeste energie? Bij welke is jouw verhaal het sterkst?

Schrijf je verhaal vervolgens uit in een ruwe versie vanuit het perspectief dat jij (nu) het beste vindt. Ook al kijk je door de ogen van dit personage, kies WEL voor de derde persoon enkelvoud en NIET voor de ik-vorm! Schrijf dus zoals in dit voorbeeld:

Aarzelend liep Thomas naar de deur en draaide met bevende hand het slot om, terwijl zijn ademhaling stokte. Zou ze thuis zijn, vroeg hij zich af en hij duwde de deur langzaam open.

Maak je niet druk om de kwaliteit en laat je oordeel over je schrijven los. Laat je leiden door je tijdlijn. Je weet wat je in je verhaal wilt hebben. De constructie staat en je mag vertrouwen op deze basis. Schrijf snel, associatief en zonder veel na te denken je allereerste ruwe versie van je verhaal.



TERUGKOPPELING
Mail mij deze ruwe versie. Ik geef niet op iedere opdracht die je mij stuurt feedback, zolang ik zie dat je goede keuzes maakt en je verhaalconstructie sterk is, maar ik wil graag je proces volgen. Als je verhaal iets definitiever wordt in de lessen die gaan volgen, zal ik je van feedback voorzien, zodat je je verhaal kunt oppoetsen en ‘m ijzersterk kunt maken!

Mail naar: team@sietskescholten.nl

Heel veel schrijfplezier!


Lieve groet,

logo sietske scholten zwarte letters.png496dbecb-5570-4efb-9332-391baed58a9b.png