.
“Met de komma hou je de lezer even tegen, rustig, vriendelijk. Met de puntkomma hou je hem iets nadrukkelijker tegen. ‘Geen geluid, geen beroering; nergens mensen.’ Met de punt geef je hem een stopteken. Het luistert allemaal nauw.”
(uit: Jan Brokken, De wil en de weg)
.