.
In deze stap ga je in de huid kruipen van het personage dat in jouw verhaal je vertelperspectief is: je hoofdpersonage. Om een geloofwaardig personage neer te kunnen zetten, moet je dat personage goed kennen. Kijk door de ogen van je personages, ken hun gedachtes, voel wat ze voelen. Daardoor maak je er echte mensen van. Laat ze reageren zoals jij ook zou doen als jij in die situatie zou verkeren. Observeer je familieleden, vrienden of onbekenden op straat. Hoe bewegen ze? Hoe praten ze? Met welke woorden? Hoe gebruiken ze hun mimiek? Hoe ziet verdriet eruit? Of woede? Of angst? Hoe gebruiken mensen hun handen bij het praten of bij emotie? Wanneer trekken mensen hun schouders op? Het is ontzettend leuk om in het dagelijks leven met een schrijversoog om je heen te kijken om informatie op te slaan die je later bij het schrijven weer kunt gebruiken.
Kijk ook geregeld naar jezelf in de spiegel. Beweeg de spieren in je gezicht. Observeer wat er gebeurt bij de bewegingen. Wat voor emotie zie je? Frons je wenkbrauwen. Trek ze op. Lach, geeuw, kijk verschrikt, pruil, trek je neus op, pers je lippen op elkaar. Probeer alle emoties en pruil, trek je neus op, pers je lippen op elkaar. Probeer alle emoties en bewegingen uit en kijk wat het doet met je gezicht of zelfs je hele houding. Hoe beter je weet wat er gebeurt, hoe beter je het kunt beschrijven bij je personages.
.