Tussen de uitpuilende terrassen op de Brink kunnen ze geen lege tafel meer vinden. Het geluid van de pratende menigte knalt tegen de hoge muren van de rijksmonumenten aan. Het geeft Kim de associatie van een zwembad. Dolend langs de verschillende gelegenheden op zoek naar een lege tafel vraagt ze zich af of ze hier wel met Jonathan wil zitten. Liever zou ze met hem in de tuin van haar kleine benedenwoning zitten. Hoewel haar huis midden in de binnenstad staat, is het stil in haar door muren omsloten tuin. Het meeste geluid komt van het gefluit van de vogels en de kerkklok van de Lebuïnes, maar daar is ze inmiddels zo aan gewend geraakt dat ze hem nauwelijks nog hoort. Zou het raar zijn als ze Jonathan voorstelt om bij haar wat te gaan drinken?
‘Druk hè?’ zegt hij alsof hij haar gedachte kan raden.
‘Wat zeg je?’ roept ze uit boven de hoofden van de mensen. Ze stopt met zoeken, zet een stap in Jonathans richting en buigt haar hoofd dichter naar hem toe
‘Dit had ik niet verwacht. Ik kom hier eigenlijk nooit,’ zegt ze.
‘Ik ook niet.’
‘Je vindt mij vast saai als ik het zeg. Maar ik houd eigenlijk meer van rust.’
‘Ik ook.’ Ze kijkt hem voor een kort moment in zijn ogen. Wat is hij schuchter. Jonathan vindt het spannender dan zij, ziet ze. ‘Vind je het een idee….,’ zegt ze aarzelend, ‘om in mijn tuin een drankje te doen?’
‘Woon je in de buurt?’ Zijn ogen lichten op.
‘Een paar straten verderop.’
‘Als je het niet vervelend vindt, ik bedoel, we kennen elkaar eigenlijk niet,’ antwoordt hij schouderophalend.
‘Ach, een drankje kan prima,’ zegt ze met een glimlach.
Met haar fiets aan de hand loopt Kim naast Jonathan door de kromme straten van de binnenstad van Deventer. Het ene onderwerp zwengelt het andere aan en voor Kim er erg in heeft staan ze voor de deur van haar woning.
‘Hier is het.’ Ze zet haar fiets tegen de gevel en steekt haar sleutel in de voordeur. Met haar schouder stoot ze tegen de klemmende deur aan om hem te openen. ‘Let niet op de rommel. Oh, en ik hoop niet dat je allergisch bent voor katten.’
‘Nee hoor,’ antwoordt hij.
Op de voet gevolgd door Jonathan loopt ze door het nauwe gangetje naar de woonkamer. Thesis zit al bij de deur te wachten. Luid miauwend kringelt hij om Kims voeten tot hij de vreemdeling achter haar opmerkt.
‘Dit is Thesis. Een Noorse boskat.’ Ze haalt haar hand over het kopje van Thesis. Hij strekt gelijk zijn hals. Met gesloten oogleden vlijt hij zich tegen haar been aan, terwijl hij begint te knorren.
‘Ik heb hem tijdens het schrijven van mijn thesis gekocht om mij gezelschap te houden. Vandaar zijn naam.’
‘Aha,’ grinnikt hij, ‘ik vroeg het mij al af.’ Jonathan bukt en houdt zijn hand in de buurt van Thesis’ neusje om hem aan hem te laten wennen. Nieuwsgierig loopt Thesis op Jonathan af en duikt onder zijn hand om een aai af te dwingen. Jonathan aait stevig over zijn kopje, over zijn rug, naar zijn staart. Loslatende haren uit Thesis’ vacht dwarrelen naar beneden, zodra zijn staart uit Jonathans hand glipt. Kim plukt vlug de schone was van de eetkamerstoel die ze vanmiddag had willen vouwen, opent haar slaapkamerdeur en werpt de stapel op haar bed.
‘Doe geen moeite voor mij, hoor, het is hier hartstikke netjes,’ zegt Jonathan die overeind is gekomen. Thesis kijkt verlangend naar hem omhoog.
‘Door mijn ogen is het altijd rommelig,’ verontschuldigt ze zichzelf. Via de keuken met het kleine aanrechtblok loopt Kim naar de achterdeur. ‘Ga lekker zitten op de tuinstoel,’ wijst ze hem. ‘Wat wil je drinken?’ Terwijl ze het vraagt, bedenkt ze zich dat ze nauwelijks iets in huis heeft en al helemaal niets koud heeft staan. Ze trekt de deur van haar tafelmodelkoelkast open en hurkt voor de inhoud om te zien of ze nog een verdwaald blikje bier kan vinden. Maar op het bakje bosbessen, pak melk, flesjes met saus en een homp kaas na is de koelkast leeg.
‘Wat heb je?’
‘Volgens mij heb ik nog rode wijn in de schuur,’ zegt Kim vertwijfeld en ze sluit de deur van de koelkast. ‘Ik zal even kijken.’
‘Geen wijn voor mij, hoor. Ik drink geen alcohol. Heb je ook thee?’
‘Weet je zeker dat je niet iets anders wilt?’
‘Ik vind thee heerlijk.’ Kim kan haar opgetogenheid niet verbergen. De gelijkenissen tussen hen worden alleen maar groter. Ze is zich ervan bewust dat ze de afgelopen week in haar fantasieën een droombeeld van hem heeft gecreëerd en dat hij in werkelijkheid heel anders zou kunnen zijn, maar tot nu toe is dat niet het geval. Ze trekt het rechterbovenkastje open dat uitpuilt van de blikjes met verschillende soorten thee.
‘Waar houd je van?’ Haar ogen glijden over de labels waarop ze met pen de inhoud heeft beschreven van het blikje en de naam van de stad waar ze de thee kocht.
‘Waarvan?’
Zijn stem klinkt opeens dichtbij. Ze draait zich om. Jonathan staat in de deuropening op nog geen halve meter afstand van haar en ze voelt hoe de spanning zich als kleine bliksemschichten door haar buik verplaatst. Hoewel ze achtentwintig is, heeft ze nooit eerder dit gevoel zo sterk ervaren.
‘Welke smaak, bedoel ik,’ zegt ze timide. Jonathan kijkt haar indringend aan. Voor het eerst valt het haar op dat hij groene ogen heeft. Hij wankelt kort en legt zijn hand tegen de deurpost om zichzelf een houding te geven.
‘Wat heb je?’
Diep ademt Kim in en vlug wendt ze haar blik af naar de thee in het kastje.
‘Van alles.’ Hoewel ze het niet kan zien, weet ze dat hij naar haar kijkt. Vanmiddag voor ze met Marin naar de bibliotheek ging, had ze zich erop gekleed. Maar voor de boetseerles, had ze zich omgekleed en zomaar wat uit de kast getrokken. Vanwege de temperatuur had ze een kort boxy T-shirt en een wijde katoenen broek aangetrokken. Haar haren had ze vastgebonden in een knot boven op haar hoofd.
‘Vertel mij eerst van welke soort je houdt, dan raad ik je iets aan.’ Ze durft zich niet meer om te draaien om hem aan te kijken.
‘Welke soorten zijn er?’
‘Groene, witte, zwarte, oolong, Mate, Rooibos, kruiden, pu-erh,’ lepelt ze op.
‘Waar houd jij van?’
‘Het verschilt. Afhankelijk van het moment van de dag. ’s Ochtends als ik net wakker ben neem ik vaak een zachte Mate.’ Ze brengt haar arm omhoog en schuift een rij opgestapelde blikjes naar voren. Ze voelt hoe haar shirt een deel van haar rug en buik ontbloot door haar gestrekte arm. ‘Zoals deze Mate die ik kocht in Marakkech, omdat het zo’n energiekick geeft.’ Ze pakt het blikje uit het kastje en zet hem op het aanrecht. ‘Later op de ochtend kies ik vaak voor een frisse groene thee, zoals deze.’ Met twee handen tilt ze de bovenste blikjes van de stapel en zet ze boven op een andere stapel, zodat ze bij de groen thee uit Istanbul kan. Ze zet het blikje groene thee naast de Mate op het aanrecht. ‘En ’s middags drink ik vaak een kruidenthee, hoewel het officieel geen thee mag heten.’
‘Waarom niet?’ vraagt hij. Ze kijkt over haar schouder om te peilen of hij het uit beleefdheid vraagt of dat hij werkelijk geïnteresseerd is in haar. Zijn open blik geeft te kennen dat hij het echt wil weten. Hij houdt haar blik vast en de bliksem in haar buik neemt toe in kracht. Vlug draait ze haar hoofd terug naar de veilige blikjes thee in het kastje.
‘Omdat het niet gemaakt is van de bladeren van de Camellia sinensis,’ vervolgt ze haar uitleg. ‘Kruidenthee bestaat uit bijvoorbeeld kruiden, bloemen, zaden of vruchten. Als ik bijna naar bed ga, kies ik vaak voor een thee met valeriaanwortel, zoals deze die ik vond ik in Praag.’ Ze pakt het blikje en zet hem zonder naar Jonathan te kijken naast de andere twee op het aanrecht. ‘Zodat ik wat sneller in slaap val.’
‘En nu?’ vraagt Jonathan en ze hoort aan zijn beweging dat hij een stap in haar richting zet. ‘Waar heb je nu zin in?’ Voor een kort moment sluit ze haar ogen. Dit is met stip het allerspannendste moment uit haar hele leven en ze heeft geen idee wat ze moet doen.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: