‘Dit landgoed is allang in bezit van onze familie,’ zegt Sophia. Lopend aan haar arm passeert Kim het bijgebouw dat in dezelfde stijl is gebouwd als het landhuis. Het moet een stal zijn geweest. De staldeuren staan open, maar voor de ingangen zit glas. Alle kleine ramen van het gebouwtje hebben openstaande luiken.
‘Ooit was er plek voor twaalf paarden. Maar Quintens grootouders hadden er maar één. We hebben het laten opknappen en van het linkerdeel een volwaardig appartement gemaakt. We noemen het nu ‘het koetshuis’. Dat klinkt wat chiquer dan stal.’ Sophia opent de voordeur en maakt ruimte voor Kim om naar binnen te gaan. De geur van verf, vermengd met kit en schoonmaakmiddel stroomt haar neus in als ze het halletje instapt.
‘Het ruikt als nieuw,’ zegt Kim.
‘We houden het goed bij.’
Sophia opent de volgende deur. Kim volgt haar de ruimte in die minder groot is dan ze van buiten had verwacht. Er staat een keukenblok tegen de muur, een tweepersoonsbed tegenover het glazen raam van de stalopening, een wieg, een commode met een verschoningskussen en een kledingkast. In de hoek staat een ronde eettafel met twee stoelen. De temperatuur is aangenaam koel in vergelijking met de verzengende lucht buiten.
‘Hier is de deur naar de badkamer met douche, wastafel en toilet,’ wijst Sophia.
‘Het ziet er prachtig uit.’
‘Dank je. Deze knop…,’ zegt Sophie. Ze legt haar hand op een knop wat lijkt op een lichtschakelaar, ‘…is verbonden met een bel in het huis. Als je mij nodig hebt, druk je erop en kom ik er zo snel mogelijk aan.’
Kim knikt. Haar baarmoeder trekt zich samen en een zachte puf ontsnapt uit haar mond. Een nieuwe golf vruchtwater stroomt door haar onderbroek en langs haar benen naar beneden. Ze voelt zich vies, onaangenaam en onzeker. Haar schuldgevoel speelt opnieuw op, terwijl ze haar gevoel probeert te onderdrukken. Het ontbreekt haar in deze ruimte aan niets, maar het is niet haar eigen huis. Wat had ze in deze situatie graag in haar eigen omgeving willen zijn, met haar eigen verloskundige, haar eigen spullen, haar eigen bed en Thesis om haar heen. Bij de gedachte dat ze hier de komende tijd zal verblijven, voelt ze zich ontheemd.
‘Gaat het?’ vraagt Sophia.
Moeizaam knikt Kim naar haar.
‘Neem maar plaats op het bed. Ik stel voor om eerst de controles te doen om te kijken hoe ver je bent, daarna kun je gaan uitrusten van de rit.’ Sophia trekt de kastdeuren open en haalt een celstofmatje van de plank die ze uitspreidt over het bed. ‘Trek je onderbroek maar uit.’ Ongemakkelijk laat Kim haar natte onderbroek zakken. De stof van haar jurk stroopt ze op tot een dikke prop die ze onder haar dikke buik voor haar kruis houdt. Langzaam laat ze zich zakken op het celstofmatje op het bed. De vochtige plekken op de achterzijde van haar jurk voelen koud aan.
‘Ga maar comfortabel zitten tegen de kussen en dan mag je je buik ontbloten.’
‘Waar wil je je spullen, Kim?’ vraagt Jonathan die met haar vluchtkoffer en rugzak de kamer binnenkomt. ‘Zal ik het hier neerzetten?’
‘Is goed,’ zegt Kim, terwijl ze de stofprop omhooghaalt en haar buik zichtbaar wordt. Sophia komt naast haar op bed zitten, drukt op verschillende plekken tegen Kims harde buik en plaatst de één-orige stethoscoop net naast haar navel. Ze buigt voorover en tegen het platte vlak legt ze haar oor en luistert ingespannen.
‘Dat klinkt prima.’ Ze gaat weer rechtop zitten en haalt de stethoscoop van Kims buik. ‘Zou je je benen willen spreiden dan kan ik je toucheren.’
‘Oh, ik ga even naar buiten,’ zegt Jonathan aarzelend. Met grote ogen staat hij achter Sophia naar Kim te kijken en ze beseft dat hij niet eerder aanwezig is geweest bij een inwendig onderzoek.
‘Nee, dit hoort erbij,’ zegt Sophia. ‘Wen er maar aan.’
Sophia draait haar hoofd weg van Kim en ze kijkt over haar schouder in Jonathans richting. Ze schuift haar ring met grote diamant van haar vinger, staat op en legt de ring op de eettafel. Vanaf haar bed volgt Kim haar en ze ziet de blik die Sophia naar Jonathan werpt. Hoeveel vaders heeft ze al moeten overhalen om erbij te blijven, vraagt Kim zich af. De foto’s in de bibliotheekboeken die ze ter voorbereiding op de bevalling had gelezen, waren bescheiden geweest. Om niets aan haar fantasie over te laten, had ze uren doorgebracht met het kijken van bevallingsfilmpjes op Youtube. Op bewegend beeld was een geboorte nog schokkender geweest dan in de boeken. Kim wist dat toucheren niets was in vergelijking met het aanzicht van een babyhoofd dat half uit het geboortekanaal steekt. Zij was voorbereid, maar ze had er geen goed beeld van in hoeverre Jonathan onderzoek had gedaan. Misschien was de bevalling al die tijd een abstract begrip geweest. Een ervaring dat in de toekomst lag, zonder erbij stil te staan dat die toekomst op een bepaald moment realiteit wordt. Was hij daarom op het eerste gezicht zo laconiek geweest als het ging om haar angst rondom de bevalling? Was hij in zijn onderbewustzijn niet nog veel banger dan zij? Gelaten, na de straffe blik van Sophia, komt Jonathan naast Kim op het bed zitten, terwijl Sophia ondertussen een kastdeur opent. Kim snapt wat hij voelt en ze pakt zijn hand. Vertwijfeld kijkt hij naar haar. Kort tilt hij zijn mondhoeken omhoog en ze ziet de angst in zijn ogen. Kletsende schiet het plastic van de handschoen tegen Sophia’s huid. Ze trekt de tweede aan en sluit de kastdeur met haar elleboog om vervolgens terug te lopen naar het bed.
‘Het is belangrijk dat je je goed ontspant.’ Sophia neemt weer plaats op de rand van het bed. Kim zucht zacht de lichte steken weg die ze van onder voelt, terwijl Sophia met haar vingers zoekt naar de baarmoedermond van Kim. Sophia kijkt weg met een onderzoekende frons op haar gezicht, waarna ze vrijwel direct haar hoofd terugdraait en Kim strak aankijkt.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: