‘Het spijt mij,’ zegt Sophia zoetgevooisd als ze vanuit het halletje de kamer in het koetshuis binnenstapt. Buiten is de schemering ingevallen. Kim heeft de lampen bij binnenkomst aangedaan en ligt op het bed haar weeën weg te zuchten. Ze tilt kort haar mondhoeken op naar Sophia.
‘Je denkt dat het begonnen is, zei je?’
‘Waarom duurde het zo lang voor je kwam?’
‘Ik was bezig.’
‘Met een andere bevalling?’
‘Kim, ik hoef mij naar jou toe niet te verantwoorden waar ik mee bezig was.’ De scherpte in Sophia’s stem raakt Kim en ze voelt een brok in haar keel ontstaan. Het gevoel brengt Kim terug naar haar kindertijd. Naar momenten dat ze overgeleverd was aan haar ouders die voor haar bepaalden. Ze had zich vaak zo machteloos gevoeld. ‘Je mag je benen spreiden. Ik ga een paar controles doen.’
Tegelijk met een opkomende wee zucht Kim het onvermogen weg dat ze voelt. Geef je eraan over, repeteert ze als een mantra in haar hoofd. Het komt goed. Zolang de baby veilig is, is alles goed. Zodra de wee weg is, tilt ze haar billen op, schuift ze de linnen broek naar beneden om ‘m uit te trekken. Haar onderbroek met de maandverbanden laat ze volgen. Net als toen Kim was aangekomen, haalt Sophia een set plastic handschoentjes uit de kast en trekt ze aan. Ze reikt Kim een celstofmatje.
‘Voor onder je billen,’ legt ze uit. Kim volgt de opdracht op en laat vervolgens haar benen opzij vallen. Amper kan ze de aanraking van de vingers van Sophia verdragen. Ze voelt ze in haar vagina rondgaan en ze sluit haar ogen om zich terug te trekken in haarzelf alsof dit allemaal niet gebeurt.
‘Het zal niet lang meer duren. Het hoofdje zit al laag.’
Kim voelt hoe de vingers uit haar verdwijnen en opent haar ogen.
‘Op hoeveel centimeter ontsluiting zit ik?’
‘Mijn visie is dat barende vrouwen dat beter niet kunnen weten. Richt je op het proces. Voel je lichaam. Als je er klaar voor bent, ben je er klaar voor. Daar heeft tijd niets mee te maken.’
‘Maar ik las dat het laatste randje van de baarmoedermond kan verharden als je te snel begint met persen.’
‘Jíj weet het niet. Ik wel, Kim,’ zegt Sophia met een zucht. ‘Dat is mijn taak. Vergeet wat je hebt gelezen en laat je onderdompelen in de bevalling. Ik leid je er doorheen.’ Geagiteerd trekt Sophia de plastic handschoentjes weer uit en werpt ze in de pedaalemmer naast het keukenblok waar de geur van de pasta uit omhoog komt. ‘Over een uur kom ik kijken hoe het met je gaat.’
Kim schiet overeind. Hoe graag ze ook zou willen dat ze Sophia niet nodig zou hebben, alleen zijn is wel het allerlaatste wat ze wil.
‘Blijf je er niet bij?’
‘Dat is nergens voor nodig. Ik ben in de buurt en zal nu gelijk reageren als je belt.’ Kim kijkt naar de knop naast de deur, zo’n vier meter bij haar vandaan. Wat als ze niet meer kan opstaan?
‘Laat mij niet alleen, Sophia. Alsjeblieft.’
‘Doe niet zo belachelijk,’ hoont Sophia. ‘Ik had niet verwacht dat je je zo zou aanstellen.’ Ze slaat de deur achter zich dicht.
Kim krimpt in elkaar met de tranen in haar ogen. Met heel haar hart wenst ze dat Jonathan hier was. Keer op keer had ze gedroomd dat ze tijdens de bevalling in het ziekenhuis zou zijn en dat Jonathan te laat kwam om de baby geboren te zien worden. Bezweet was ze steeds ontwaakt uit de terugkerende droom. Het was een nachtmerrie geweest, maar nu zou ze willen dat het de werkelijkheid was. Dan zou ze in ieder geval in goede handen zijn geweest.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: