Logo Sietske bl.png
pexels-lisa-fotios-1902830

Hoofdstuk 11 - Boxpakje

‘Toch nog steeds een bizar idee dat je straks moeder zult zijn,’ zegt Marin. Ze zit in kleermakerszit op het voeteneinde van Kims ziekenhuisbed met een velours boxpakje voor de baby in haar hand die ze als cadeautje voor Kim heeft meegebracht. ‘Wie had dat een jaar geleden kunnen bedenken?’
‘Ik niet. Als je dat toen tegen mij had gezegd, had ik je uitgelachen,’ grapt Kim. ‘Precies een jaar geleden had ik Jonathan nog niet eens ontmoet.’ Hoewel ze op haar bed ligt met haar rug tegen de kussens, heeft ze niet meer haar nachtkleding aan. Twee uur geleden heeft ze het omgewisseld voor een luchtig zwangerschapsjurkje toen ze van alle apparaten werd ontkoppeld en een douche mocht nemen. Alle controles waren goed, de hartslag van de baby is prima en de bloeding was gisteren al gestopt. De uitslag van de kweek is nog niet binnen, maar volgens de verloskundige is er op dit moment geen enkele reden om haar hier te houden. Zodra Jonathan komt, mag ze gaan. Toch drukt de gedachte dat ze straks weer alleen is als hij moet gaan werken al uren op haar.
‘Kom je vanavond bij mij eten? Jonathan vertrekt tegen het einde van de middag.’ Als Marin vanavond komt, heeft ze in ieder geval iets om naar uit te kijken.
‘Vanavond lukt niet. Ben je morgen ook alleen?’
‘Jonathan komt rond negen uur ’s avonds thuis.
‘Mooi. Zal ik dan voor je koken?’
‘Graag!’
‘Dan ben ik rond vijf uur bij je,’ zegt Marin. Het babypakje spreidt ze uit over de deken. Teder veegt ze met haar hand de vouwen weg. ‘Ik kan niet wachten tot je kleine frummel er is. Als er nog zoiets gebeurt als gisteren en Jonathan is er niet, dan bel je mij, hè.’
‘Jij kunt helemaal niet weg als je aan het werk bent.’
‘Ik kan in ieder geval gelijk komen na mijn werk. En als Jonathan er wel is, dan wel meteen bellen als de baby geboren is.’
‘Reken daar maar op!’ zegt Kim. ‘Ook al is het midden in de nacht. Ik bel je wakker.’ Terwijl ze het zegt, beseft ze hoe blij ze is dat het contact met Marin weer hechter aan het worden is. De verliefdheid op Jonathan had haar in die eerste maanden zo in beslag genomen, dat ze nauwelijks oog had gehad voor Marin.
‘Hoe reageerde Jonathan eigenlijk toen je belde dat je in het ziekenhuis lag?’ De vraag van Marin haalt Kim uit haar overdenking.
‘Hij is zo lief en bezorgd. Hij was amper geland en toen hing hij al aan de telefoon.’
‘Heb je hem nog op andere gedachten kunnen brengen?’
Kim weet waar Marin op doelt. Ze trekt haar schouders op en onderdrukt een zucht. Liever zou ze het hier niet met haar over hebben.
‘Hij blijft bij zijn plan.’
‘Ik snap het niet. Het is toch veel fijner als hij nu al zijn spullen naar jou verhuist. Wat moet hij nog daar in dat studentenhuis?’
‘Het is iets symbolisch,’ verdedigt ze Jonathan en ze verbergt de teleurstelling die ze voelt sinds ze laatst het gesprek opnieuw met hem was aangegaan. ‘Eerst de geboorte van de baby, zegt hij, dan pas verhuizen.’
‘Dat is toch niet praktisch. Zit je tijdens je kraamtijd tussen de verhuisdozen.’
‘Dat valt wel mee,’ wuift ze Marins argument weg, hoewel ze deze reden ook al meerdere keren heeft opgevoerd naar Jonathan toe. Wat zou ze het graag allemaal op orde willen hebben. Het zou zoveel rust geven als hij nu al bij haar zou wonen. ‘Het is zo gedaan. Ik ben nog nooit bij hem thuisgeweest, dus ik kan het niet goed inschatten, maar volgens mij heeft hij niet meer dan een paar koffers met kleding en zijn boeken. Hij zegt zelf dat hij zijn meubels sowieso niet wil meenemen. Die zijn rijp voor het grofvuil.'
‘Hmmm, ik snap toch niet waarom hij wacht. De baby is er bijna.’
‘Ach, alles gaat al zo snel. Ik vind het helemaal prima dat hij deze negen maanden de tijd heeft genomen om te wennen aan zijn nieuwe leven. Er verandert zoveel. Ik heb geduld.’
‘Jonathan boft maar met jou.’
‘Ik bof met hem,’ zegt ze pinniger dan ze had gewild. ‘Hij is zo lief voor mij.’
Marin slaakt een zucht. Ze schudt nauwelijks merkbaar haar hoofd, maar Kim ziet het toch.
‘Wat is er, Marin?’
‘Laat maar.’
‘Nee, zeg het gewoon.’
‘Ik vind het wat naïef. Wat als blijkt dat Jonathan na de bevalling nog steeds niet bij je wil intrekken?’
‘Dat gaat niet gebeuren. Hij wil het ook graag.’
‘Dat zegt hij, ja. Ik begrijp gewoon niet waarom hij afstand houdt. Ik vind het vreemd en het zit mij niet lekker.’
‘Zeur niet zo, Marin. Hij zegt het niet alleen, ik zie het ook in zijn ogen. Hij houdt van mij. En van ons kind. Natuurlijk wil hij bij ons wonen. Je zou eens moeten zien hoe hij tegen mijn buik praat.’
‘Ik zeur niet. Ik zeg alleen maar dat ik het vreemd vind.’
‘Houd erover op dan,’ sneert Kim.
‘Sorry dat het zo lang duurde,’ zegt Jonathan die de kamer inloopt. Hij houdt zijn pas in en kijkt peilend van Kim naar Marin. ‘Alles goed hier?’
‘Ja hoor,’ zegt Kim met een snelle blik naar Marin. ‘Fijn dat je er bent, liefje. Ik wil dolgraag naar huis.’
‘Met jou ook?’ vraagt hij aan Marin.
‘Prima,’ zegt ze met een gemaakte lach. Ze springt van het bed af, schuift haar voeten in haar gympen en pakt haar handtas van de stoel. Jonathan draait zich weg van Marin en buigt over Kim heen om haar een kus te geven. ‘Ben je er klaar voor?’
‘Ik heb alles al in de shopper gedaan en ik heb mijn ontslagbrief hier. Ik mag gaan.’ Kim beweegt haar benen naar de rand van het bed en duwt haar vuisten in het matras.
‘Mooi. Geef mij je arm, dan help ik je eraf.’ Ze reikt hem haar elleboog en moeizaam komt ze met haar dikke buik van het hoge bed af.
‘Ik ga,’ zegt Marin.
‘Wacht.’ Het laatste wat ze wil is ruzie met Marin. Ze zet een stap bij Jonathan vandaan en ze slaat haar armen om Marin heen. Met de dikke buik tussen hen in, houden ze elkaar langer vast dan gebruikelijk.
‘Sorry, Kim, vergeet wat ik zei. Je hebt genoeg aan je hoofd.’
‘Het is al goed.’
‘Rijd je met ons mee? Dan zetten we je af in de stad,’ zegt Jonathan die de spullen op bed verzamelt.
‘Nee,’ zegt Marin. Ze laat Kim los en loopt naar de deur. ‘Ik ben op de fiets. Tot morgen, Kim. En als er in de tussentijd iets is, bel je maar,’ roept ze, terwijl ze de ziekenhuisgang inloopt.

Heb je je nog niet aangesloten bij de Facebookgroep? Kom erbij en geef je reactie op het hoofdstuk!

Ga naar de Facebookgroep

Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten. 
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen. 
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?

KRAAM_paperback+ebook

Wist je dat...

Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat:

Lees meer
Boekenlegger Achterkant Los (2).jpg