Met twee schone maandverbanden in haar onderbroek gaat Kim in de dunne duster aan tafel zitten. Haar buik raakt de rand van de tafel. Ze pakt haar vork, draait een paar slieren pasta om de tanden en heft ‘m omhoog in de richting van haar mond. Maar voor ze een hap neemt legt ze de vork terug op het bord. Ze heeft totaal geen honger. Ze staat op, pakt het bord van de tafel en loopt naar de vuilnisbak. Met de vork schuift ze de pasta van het bord af en met een plof valt het op de bodem van de zwarte zak. Waarom zulke strikte regels, vraagt ze zich opstandig af. Een nieuwe kramp trekt vanaf haar rug naar haar buik. Er werd juist in de boeken zo gehamerd op het belang van inspraak, zodat je als barende toch het gevoel hebt dat je iets van controle hebt over wat er gebeurt. Ze had zelfs al een opzet van het bevalplan gemaakt op haar laptop, maar ze had hem nog niet afgerond toen ze gisteren in het ziekenhuis belandde. Wat als Sophia de bevalling uiteindelijk ook zo gaat leiden? Volgens haar regels, waarbij ze geen tegenspraak dult. Was Jonathan maar hier. Hoe heeft hij hier ooit voor kunnen tekenen? Zuchtend puft Kim de kramp weg met het lege bord en de vork in haar hand. En die stomme krampen, denkt ze geërgerd. Hoe houdt ze het vol als dit nog dagen of zelfs weken gaat duren? Hoe doen andere vrouwen dat tijdens de laatste fase van haar zwangerschap? Ze had zo opgezien tegen de bevalling, maar nu begint ze te begrijpen dat de bevalling werkelijk een verlossing zal zijn. Geen topzware buik meer, geen prikkende voeten van de zwellingen, geen krampen, geen natte onderbroeken, geen pijnlijk gedraai meer in haar baarmoeder. Als de baby er is, heeft ze haar eigen lijf eindelijk weer terug. Wat kijkt ze daarnaar uit. Ze zet het bord met de vork in de gootsteen van het kleine aanrechtblokje. Morgenavond zal Jonathan hier weer zijn. Dan zal hij snel inzien dat deze plek haar geen goed doet en dat ze beter thuis kan wachten tot de bevalling begint. Het ziekenhuis van Deventer is een prima plek om de baby ter wereld te brengen. Ze had nu de afdeling gezien en een snelle blik geworpen in een kraamkamer toen ze gisteren vanuit de spoedeisende hulp naar haar kamer werd gebracht. De afgelopen tijd had ze er meermaals aan gedacht om Marin te vragen bij haar te komen slapen als Jonathan aan het werk was, maar iedere keer als het op haar lippen had gelegen, had ze haar woorden ingeslikt. Zodra ze hier weg is en haar telefoon terug heeft, zal ze het Marin vragen. Tot die tijd zal ze het moeten doen met Sophia en deze plek. Ze loopt naar het voeteneinde van haar bed, pakt de koffer op en legt hem op bed. Ze opent de deuren van de kast waar voldoende ruimte is voor haar hele kofferinhoud. Dat is niet nodig. Alleen de spullen die ze tot morgenavond nodig heeft, zijn handig om binnen handbereik te hebben. Ze trekt de rits van de koffer open en pakt een setje kleding eruit. Op de plank in de kast legt ze de stapel neer. Een handvol onderbroeken legt ze ernaast. Het knuffeltje van de baby drukt ze tegen haar neus en ze snuift de geur van haar eigen wasmiddel op. Met haar andere hand pakt ze het geboortepakje uit de koffer. Langs het bed loopt ze naar het wiegje. Over het strakopgemaakte bedje waar een stukje laken omgeslagen over het dekentje heen zit, spreidt Kim het geboortepakje netjes uit. Het mutsje legt ze op de gevouwen hydrofiel luier die als strook over het hoofdeindje van het matrasje ligt. Het knuffeltje zet ze tegen het hoofdboard aan. Mocht de baby zich toch voor morgenavond aandienen, dan zal hij zien dat hij welkom is, denkt Kim bij zichzelf.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: