Bij iedere beweging die Kim maakt stroomt er een nieuwe golf vruchtwater langs haar benen. Ze opent de deur die Sophia had aangewezen als badkamer. Er verschijnt een smalle ruimte met een toilet, een douche en een plastic stoel. Er hangen witte handdoeken aan de designradiator. Aan het haakje aan de deur hangt een dunne badjas. Het ziet er keurig uit. Duidelijk een kraamhotel voor het hogere segment, denkt Kim. In een flits had ze in de tuin al het zwembad gezien. Het zou haar niets verbazen als er een sauna-huisje naast zou staan. Het is jammer dat ze met gebroken vliezen niet mag zwemmen. Anders had ze een duik genomen, zodra ze zich weer goed genoeg zou voelen. Ze draait aan de thermostaatknop om het water alvast door te laten lopen en trekt haar kleren uit. Haar buik is keihard en zeurt alsof ze ongesteld is. Zou het echt een tijd kunnen duren voor de baby komt, vraag ze zich af. Als Sophia het niet had gezegd, had ze gedacht dat de bevalling begonnen was. Ze stapt onder de douchestraal en laat het water op haar rug kletteren. Met haar handen wrijft ze over haar schouders. Jonathan en Sophia hebben gelijk. Het is belangrijk dat ze zich ontspant en zoveel mogelijk probeert uit te rusten. Volledige overgave aan de situatie, zodat ze zich mentaal kan voorbereiden op wat komen gaat. Bij die gedachte ontspannen haar spieren zich langzaam. Een paar minuten lang wiegt ze haar lijf onder de aangename stralen van de douche tot een grote geeuw uit het niets naar boven komt. Ze beseft hoe moe ze is en hoe graag ze even haar ogen wil sluiten. Ze draait de kraan dicht en pakt een handdoek van de radiator.
Gewikkeld in de badjas met haar haren in een handdoek gedraaid en het dikke maandverband in haar enorme zwangerschapsonderbroek die haar hele buik bedekt, stapt ze de badkamer uit. Jonathan ging zo gehaast weg. Zo anders dan normaal. Ze pakt haar handtas van de tafel en grijpt naar haar telefoon, zodat ze hem nog even kan spreken. Een schokgolf gaat door haar heen. Op de plek waar ze hem altijd stopt, zit haar telefoon niet. Zou ze hem in de auto hebben laten liggen? Nee, ze weet zeker dat ze hem in haar tas heeft gestopt voor ze de auto uitstapte. Hij moet erin zitten. Ze kiepert haar tas boven de tafel over de kop. Losse muntjes, verfrommelde bonnetjes, een halfgevuld pakje met smoezelige zakdoekjes, twee pennen, een mini-notitieboekje, een strip pijnstillers vallen op het tafelblad. De munten rollen weg. Ze kijkt in de lege tas en voelt in alle vakjes, maar de telefoon zit er niet in. Waar kan hij toch zijn? Ze tilt haar koffer op en schuift ‘m op het voeteneind van het bed. Met vlugge bewegingen ritst ze de koffer open en voelt tussen de stapeltjes kleding van haarzelf en de baby. Zou Jonathan de telefoon ergens anders in hebben gedaan? Zal hij hem ergens aan de lader hebben gelegd? Zoekend kijkt ze om zich heen naar de stopcontacten op zoek naar haar lader. Ze opent alle kastjes en lades, maar nergens ziet ze haar telefoon. Jonathan rijdt nu ergens in de bossen op weg naar de snelweg, maar ze kan hem niet bereiken. Nog meer dan net voelt ze hoe afgesneden ze is van alles wat ze kent. Het horen van Jonathans stem zou haar goed hebben gedaan. En ze had op social media gekund om foto’s te bekijken van iedereen die ze volgt. Ze had kunnen appen met Marin en kunnen zoeken naar informatie over gebroken vliezen. Zonder telefoon is haar wereld gereduceerd tot deze vierkante meters waar ze verblijft. Ze is echt helemaal alleen. Ze laat haar schouders hangen. Ze besluit Sophia zodra ze komt te vragen haar te bellen. Hoewel de telefoon op stil staat zal het zoemende geluid haar naar de telefoon leiden. Maar nu moet ze even gaan liggen. De druk in haar buik neemt weer toe. Ze ritst haar koffer dicht en zet ‘m naast het voeteneinde. De deken op het bed slaat ze open. Uit de kast haalt ze een celstofmatje, legt het op het matras en ze laat zichzelf zakken op het bed. Haar benen trekt ze een stukje op om zichzelf op te krullen in hoeverre dat kan met haar dikke buik. Was ze maar thuis, denkt ze weemoedig.
‘Ik doe het voor jou, kleintje,’ fluistert ze tegen haar buik, terwijl ze hem streelt.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: