De veranderingen gaan zo geleidelijk. Dagelijks kijkt Kim naar zichzelf in de spiegel, maar met het blote oog ziet ze geen verschil. Ze merkt het aan haar broeken die krapper worden. Het steeds steviger aanvoelende bolletje als ze op haar rug ligt en met haar hand onder haar navel haar buik indrukt. Ze merkt het aan haar hormonale schommelingen en het uitblijven van haar menstruatie. De zwangerschapsapp meldt haar wekelijks het laatste nieuws over de ontwikkelingen van de vrucht. De app vertelt haar de lengte van de baby en in de weken groeit het van maanzaadje naar framboos, van perzik naar peer. Langzaamaan begint Kims leven zijn normale gang van zaken te hervatten en neemt de intensiteit van het nieuws van de zwangerschap in kracht af. Het verbaast haar zelf, maar aan het idee dat er een baby op de komst is, maakt haar niet meer benauwd. Het begint te wennen. En vanaf het moment dat ze zachte plopjes begint waar te nemen in haar buik, merkt ze zelfs dat ze naar de geboorte uit begint te kijken. Zal het een jongetje worden of een meisje? Haar kijk op de toekomst verandert, hoewel haar dagelijks leven nog hetzelfde is als voor haar zwangerschap. Jonathan komt en gaat nog steeds. Ze kust hem vaarwel bij zijn vertrek en vanaf het schema op haar koelkast volgt ze zijn hem op zijn reizen over de wereld. Al is de duur van zijn reizen de afgelopen tijd in lengte toegenomen, waardoor hij vaker op pad is, omdat hij nu zo snel mogelijk zijn pilotenschuld wil hebben ingelost, zodat hij een huis kan kopen waar ze met z’n drietjes kunnen gaan wonen. Nu de baby er nog niet is, kan hij extra diensten draaien. Dat vooruitzicht houdt ze zichzelf voor als ze hij aan de andere kant van de wereld zit en ze hem mist. Als hij er niet is, vult ze haar dagen met het doen van milieu-gerelateerd onderzoek voor de gemeentes die haar inhuren. Ze schrijft rapporten, geeft presentaties en voert gesprekken. Als haar werk erop zit, spreekt ze geregeld af met Marin of ze stort zich op haar persoonlijke onderzoek over zwangerschap en bevalling. Maar vanaf het moment dat ze weet dat Jonathan in Nederland is, wordt ze ongedurig. Zittend op haar bank kijkt ze naar hem uit tot ze hem in zijn pilotenpak met zijn rolkoffer achter zich aangetrokken door de straat ziet lopen. Haastig opent ze de deur om hem in de armen te vallen, zodra zijn voet de drempel raakt.
‘Sorry dat ik het hebt gemist,’ zegt Jonathan als hij op een late avond in februari haar gang binnenstapt. Kim legt haar armen om zijn nek en ze kust hem. De winterse kou dringt langs hen heen naar binnen. De lente die over vier weken zijn intrede zal doen, is nog in geen velden of wegen te bekennen.
‘Jij kunt er toch niets aan doen dat je vlucht vertraagd is. En gelukkig is alles goed.’ De echoscopiste ging alle orgaantjes na en Fosse is helemaal gezond.’
‘Fosse?’ zegt hij verrast. ‘Geen Fenna?’
‘Het is echt een jongetje,’ zegt Kim met een stralende lach. ‘We krijgen een zoon!’ Ze kijkt hem diep in de ogen. Verbeeldt ze het zich of beginnen zijn ogen te glimmen van opkomend traanvocht? Soms is hij zo betrokken bij de zwangerschap en soms lijkt het alsof hij afstand bewaart. Peilend kijkt ze hem aan. De vraag had al meerdere keren op haar lippen gebrand, maar nu geeft zijn ontroering haar de moed om het te vragen.
‘Waarom kom je hier niet wonen, Jonathan? Er staat ons toch niets meer in de weg? Ik betaal de huur voor deze woning toch al. Het scheelt geld als je je studentenkamer opzegt. En we zien elkaar zo weinig.’ Hij laat haar los en zet een paar passen naar voren om de deur te kunnen sluiten.
‘Ik ben zoveel mogelijk bij jou als ik in Nederland ben.’
‘Daarom. Dan kun je toch veel beter bij mij intrekken?’ Ze pakt de stang van zijn trolley en trekt de koffer verder de hal in.
‘Het gaat mij te snel, Kim.’ Zijn overjas laat hij van zijn schouders glijden. ‘Ik heb mijn eigen ruimte nodig. Zelfs als ik er nauwelijks gebruik van maak.’
‘Als we vaker samenzijn zul je zien dat we niet steeds op elkaars lip zitten.’ Ze pakt zijn jas aan, hangt het aan de kapstok, terwijl Jonathan vooroverbuigt om de veters van zijn schoenen los te maken. ‘Ik heb mijn werk, afspraken. Nu besteed ik onze tijd samen met jou, omdat het zo beperkt is. Als we meer tijd hebben, zullen we daar anders mee omgaan,’ gaat ze verder. Ze probeert haar toon te matigen om niet al te smekend over te komen.
‘Maar dat wil ik nog helemaal niet.’ Hij richt zich op. ‘Deze fase heb je alleen in het begin van een relatie. Zodra we gaan samenwonen wordt het normaal. Dat wil ik niet. Als de baby er is, zal ik er voor jullie zijn. Maar tot die tijd woon ik op mijzelf.’
‘Ik begrijp het gewoon niet. Ik wil niets liever dan bij jou zijn. Wil jij dat dan niet?’
‘Als de baby er is, zeg ik. Hoeveel duidelijker wil je het hebben?’ Hij stapt zijn schoenen uit en loopt haar voorbij. ‘En nu wil ik er niet meer over praten, anders ga ik naar huis,’ zegt hij, terwijl hij naar de woonkamer loopt en Kim bedremmeld achterlaat.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: