Voor Kims gevoel duurt het uren voor Jonathan afslaat naar een smalle weg naar links waar ze langs twee witte pijlers rijden waarop met sierlijke letters Landgoed Boeckerode staat. Het pad slingert door het bos. Minutenlang zien ze niets anders dan bomen, varens en bosschages. Haar baarmoeder spant zich opnieuw. Kim legt haar handen op haar buik en verplaatst haar blik van buiten naar de harde bal onder haar handen. Ze tuit haar lippen en ademt gecontroleerd uit om de kramp de baas te blijven. Ze had er inderdaad niet aan moeten denken om nog eens driekwartier in de auto te zitten, terug naar Deventer.
‘We zijn er,’ zegt Jonathan. Kim kijkt op. De auto rijdt vanaf het bospad het erf op van een idyllisch wit landhuis. Jonathan remt en zet de auto voor het bordes naast een Chevrolet die daar geparkeerd staat. Nog voor hij zijn handrem heeft aangetrokken, gaat de voordeur open en komt er een slanke vrouw met stijl blond haar in een gesteven jurk en naaldhakken het bordes oplopen. Jonathan zet de motor af, legt zijn handen op het stuur en knijpt hard, terwijl hij voor zich uitstaart naar de witgepleisterde muur.
‘Sorry,’ zegt hij zacht, gevolgd door een diepe zucht. Ze kan het hem niet aanrekenen, denkt Kim bij zichzelf. Een kort moment van onoplettendheid. Het had haar ook kunnen overkomen. Hij voelt zich al zo schuldig.
‘Het was een ongeluk,’ zegt ze gemoedelijk.
‘Ik zou willen dat het anders was.’
‘Het had veel erger kunnen zijn. Ik ben blij dat we niets hebben geraakt. Trek het jezelf niet aan.’ De blonde vrouw loopt de traptredes af naar beneden. Een zachte bries scheert om haar heen en waait haar boblijn uit model. Met haar vingers haalt ze de haren uit haar gezicht weg.
‘Als ik van tevoren had geweten hoe het zou lopen...’
‘Hoe kon je het weten, Jonathan?’ Ze buigt naar hem toe en tuit haar lippen, maar Jonathan schudt en draait zijn hoofd weg voordat haar lippen zijn wang raken. Snel trekt hij aan de hendel om het portier te openen.
‘We zijn er,’ zegt hij luid als hij de deur openzwaait. De naaldhakken van de vrouw tikken op de klinkers als ze hun kant op komt lopen.
‘Het komt wel goed,’ zegt Kim tegen Jonathans rug, terwijl hij uitstapt.
‘Ze verliest vruchtwater,’ legt hij de vrouw uit. Op de doorweekte autostoel schuift Kim onrustig heen en weer. Haar jurk zit onder de natte plekken. Kon ze maar ongezien de auto uitstappen en zich eerst omkleden voor ze deze kreukloos nette vrouw ontmoet.
‘Dan is dat het eerste wat we gaan checken,’ zegt de vrouw tegen hem. Om de auto heen loopt ze naar de passagierskant en opent het portier van Kim.
‘Van harte welkom op Boeckerode.’ Ze steekt haar hand uit in de richting van Kim. ‘Ik ben Sophia Boeckerode. Eigenaresse van dit kleinschalige kraamhotel. Ik run dit samen met mijn man Quinten. Fijn dat je er bent, Kim. Ik heb het appartement al voor je klaargemaakt.’ Kim werpt een blik op haar eigen natte hand.
‘Sorry, mijn handen zijn vies,’ verontschuldigt ze zich met haar handpalmen naar Sophia gericht. Op het gezicht van Sophia verschijnt een geruststellende glimlach en ze trekt haar hand terug.
‘Heb je last van samentrekkingen?’ vraagt ze.
Kim draait haar benen een kwartslag om uit te stappen. Een nieuw golf vocht stroomt haar onderbroek in en wordt direct opgenomen in de zitting van de autostoel.
‘Alleen harde buiken, maar die heb ik de afgelopen weken vaker.’
‘Kom maar voorzichtig omhoog. Ik help je.’ Kim pakt de steun boven haar hoofd om zich aan haar arm op te trekken. Zodra ze staat draait ze zich om en ziet hoe nat het zitvlak van de autostoel is. Ze weet zeker dat de achterkant van haar jurk er hetzelfde uitziet.
‘Het geeft niet,’ zegt Sophia die haar gedachte raadt. Ze reikt haar een arm. Kim haakt haar eigen arm erin en met haar benen licht gespreid om de nattigheid zo min mogelijk te voelen, waggelt ze aan Sophia’s arm over klinkers.
‘Ik volg jullie zo met de spullen,’ zegt Jonathan voorovergebogen onder de geopende achterklep als ze langs hem lopen.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: