Op Sophia’s gezicht verschijnt een geruststellende glimlach.
‘Er is nog niets aan de hand,’ zegt ze en ze trekt haar hand terug uit Kim. ‘Je mag je benen sluiten. Ik neem aan dat je je wilt opfrissen.’
‘Is er nog helemaal geen ontsluiting?’ Het verbaast Kim. ‘Echt niet?’ Ze dacht echt dat het breken van de vliezen een startsein van de bevalling zou zijn.
‘De baby zal zich de komende dagen nog niet aandienen. We wachten gewoon rustig af. Jij gaat je lekker ontspannen en ik zal zorgen dat het je aan niets ontbreekt.’ Bij de woorden van Sophia springt Jonathan overeind.
‘Ik moet er vandoor. Als ik nu niet ga, mis ik de briefing van de vlucht.’
‘Wat?’ roept Kim uit. ‘Je kunt toch nu niet weggaan?’ De gedachte grijpt haar naar de keel. Ze is hier nog maar net. Ze had de middag met Jonathan willen doorbrengen. Samen wennen aan het huisje. Sophia en de gang van zaken hier wat beter leren kennen. In de afgelopen dagen had ze Jonathan nauwelijks gezien door zijn vlucht en haar ziekenhuisopname. Ze had een paar uur alleen met hem willen zijn en in zijn armen willen liggen, zodat ze zich kon voorbereiden op zijn vertrek en goed afscheid had kunnen nemen.
‘Morgenavond ben ik weer terug. En bij Sophia ben je in de allerbeste handen. Rust nou maar goed uit. Dat is niet alleen voor jou goed, maar ook voor de kleine.’ Sophia kijkt Jonathan aan.
‘Hij heeft gelijk,’ beaamt ze, terwijl ze hem aan blijft kijken. ‘Je kunt met een gerust hart gaan.’ Ze heeft het nog niet uitgesproken of Jonathan snelt zich in de richting van de tussendeur.
‘Blijf, alsjeblieft,’ smeekt Kim. Jonathan houdt zijn pas in en draait zich om.
‘We hebben het hier over gehad. Ik kan niet blijven.’
‘Wat als het toch verandert en de baby komt?’
‘De baby komt echt nog niet, Kim. Je kunt gaan,’ zegt Sophia standvastig tegen Jonathan.
‘Krijg ik dan in ieder geval wel een kus?’ vraagt Kim verward. Hij loopt terug en kust haar vluchtig op de mond.
‘Ik moet echt gaan nu.’ Hij loopt terug naar de deur en kijkt achterom voor hij de hal instapt. ‘Ik bel zodra ik ben geland. Tot morgen. Rond negen uur morgenavond ben ik terug. Sterkte, Kim.’
Jonathan is volledig van de kaart, beseft ze als hij de deur sluit. Ze is dankbaarder dan ooit dat er altijd een co-piloot meevliegt die hem bij de les zal houden en hem kan corrigeren mocht hij zich vreemd gedragen. De gedachte dat zijn vliegtuig uit de lucht valt, duwt ze gauw weg. Vliegen is de veiligste vorm van transport herhaalt ze in haar hoofd. Haar eigen gezondheid en die van de baby lopen op dit moment meer risico dan hij. Daar kan ze zich nu beter op focussen dan het hebben van irreële angsten om Jonathan. Sophia opent een kastdeur en haalt een nieuw celstofmatje tevoorschijn.
‘Hier liggen de matjes. Je kunt een nieuwe pakken als de vorige vol is, zodat je het matras drooghoudt als je erop ligt.’
‘Is het niet erg voor de baby dat ik vruchtwater verlies?’ vraagt Kim.
‘Vruchtwater wordt continu aangemaakt. De baby ligt niet droog.’
‘Kan ik niet beter naar het ziekenhuis?’
‘Maak je geen zorgen. Ik houd het scherp in de gaten en ik heb nauw contact met het ziekenhuis om ze op de hoogte te houden, mocht er iets veranderen aan de situatie.’
‘En na die 48 uur?’
‘Welke 48 uur?’
‘Als de vliezen gebroken zijn, is er toch kans op infectiegevaar? Dat las ik in de boeken.’
‘Dat loopt zo’n vaart niet. Alles is hier steriel. Neem lekker een douche, trek schone kleren aan. Naast de celstofmatjes vind je ook kraamverband tegen het lekken. Zodra je opgefrist bent, ga je eerst rusten en daarna geef ik je een rondleiding. Kan ik nog iets voor je klaarmaken? Heb je trek?’
‘Ik heb geen honger, maar ik wil wel een glas ijskoud water.’
‘Dat ga ik voor je halen,’ zegt Sophia met een bevestigende knik voor ook zij de ruimte verlaat en Kim alleen achterblijft.
Als in KRAAMKOORTS de vliezen van de hoogzwangere Kim voortijdig breken en haar vriend Jonathan door zijn werk als piloot niet continu voor haar kan zorgen, neemt Kim haar intrek in een kleinschalig kraamhotel midden op de Veluwe waar rust het hoogste goed is. Het ontbreekt haar aan niets in het idyllische bijgebouwtje naast het luxe landhuis van verloskundige Sophia en haar man Quinten.
Maar zodra Jonathan is vertrokken voor een vlucht naar de andere kant van de wereld, laat Sophia haar ware gezicht zien. Kims telefoon wordt haar ontnomen en ze verliest het contact met de buitenwereld. Haar argwaan groeit. Heeft Sophia wel het beste met haar voor?
Hoogzwanger, met gebroken vliezen, heeft Kim geen enkele mogelijkheid om te vluchten zonder haar baby in gevaar te brengen.
Hoe houdt ze zichzelf en haar kind in veiligheid, terwijl ze zo kwetsbaar, hulpbehoevend en afgesloten is van de wereld?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: