Zou het echt Nova’s dagboek kunnen zijn, vraagt Birgit zich af. En als dat zo is, hoe komt Jon eraan? Ze begrijpt er niets van. Als hij het had gevonden gisteren voor de persconferentie van start ging, waarom heeft hij het dagboek niet aan haar gegeven? Of is het mogelijk dat het toeval is? Hoe groot is de kans dat Jon eenzelfde donkerblauwe boek met gouden blaadjes heeft? Hoe dan ook moet ze het zeker weten. Ze pakt het servetje onder haar bestek vandaan en wikkelt het om het broodje omelet. Uit haar portemonnee haalt ze een briefje van twintig die de kosten ruimschoots moet dekken. Haar jas schiet ze aan en met de uitgeprinte blauwdrukken in haar ene hand en het broodje omelet in haar andere loopt ze het eetcafé uit.
Slalommend langs de andere weggebruikers rijdt ze in volle vaart naar Amstelveen. Met het gaspedaal diep ingetrapt en de auto ruikend naar de onaangeraakte broodje omelet in het in vet gedrenkte servetje op de bijrijdersstoel, rijdt Birgit haastig over de rondweg van Amsterdam. Het zal haar vast een boete voor te snel rijden opleveren, denkt ze als ze langs de snelheidscamera’s rijdt. Als er iemand zich altijd strikt aan de regels houdt, is zij het wel, maar op dit moment kan het haar niets schelen. Haar vizier is enkel gericht op het donkerblauwe boek met gouden blaadjes.
Over de kindermountainbike heen gebogen en met haar hand tegen het glas kijkt Birgit door de gleuven van de liggende jaloezieën heen Jons keuken in. Het melodietje van de bel klinkt voor de derde keer in de hal en eindigt zonder dat de deur wordt geopend. Wat nu, vraagt ze zichzelf af. Binnen is er geen enkele vorm van beweging te zien. Ze zet een pas naar achteren en kijkt naar de voorgevel van rode bakstenen die als een ondoordringbare vestingsmuur het donkerblauwe boek van haar afschermt. Maar ze laat zich niet meer uit het veld slaan, denkt ze taai, terwijl ze haar ogen laat glijden naar het raam op de eerste verdieping dat op een kier staat. Ze rijdt de grijze vuilcontainer van zijn plek en plaatst hem tegen de muur van de garage. Ze legt haar knie op de container om erop te klimmen, maar in haar poging trekt ze de bak naar voren. Het is net te hoog om op te stappen en de rand van het dak is ook buiten haar bereik om zichzelf omhoog te trekken. Ze heeft iets nodig als opstap, bedenkt ze zich en ze kijkt om zich tot ze de kindermountainbike voor het keukenraam ziet. Ze plaatst de fiets tegen de container, stapt op het frame, zet haar knie op de deksel die licht inzakt door haar gewicht en ze grijpt de dakrand vast. Staand op de deksel, met haar handen op het platte dak van de garage duwt ze zichzelf omhoog. Haar schoenzolen zakken weg in het mos van het vegetatiedak, terwijl ze naar het raam loopt. Pijnlijk drukt ze haar arm door de kier tot ze hem los kan halen en het raam verder kan openen. Met haar scheenbeen op het raamkozijn klimt ze naar binnen. Zodra ze haar voeten op de vloer zet, draait ze zich om en zet het raam terug op de kier. Waar is ze mee bezig, vraagt ze zich af. Dit is een inbraak, hoe ze het ook wendt of keert, maar haar eigen grenzen van wat ze zelf toelaatbaar vindt, blijken van elastiek te zijn. Niets kan haar tegenhouden en het wetboek al helemaal niet.
Midden in de kamer van Mason blijft ze stilstaan en ze spitst haar oren of ze geluiden hoort in het huis, maar behalve haar eigen snelle ademhaling, is het stil. Ze zet zichzelf weer in beweging en rent de trap op naar de zolder waar ze de deur van de studeerkamer opengooit. Met bonzend hart staat Birgit in de deuropening. Recht voor haar, vier meter verderop, staat de donkerblauwe rug van het boek met de gouden blaadjes tussen de andere boeken. Alsof de tussenliggende afstand als een kauwgomsliert wordt uitgerekt, wordt de tijd trager bij iedere stap die ze zet. Haar arm lijkt in slow motion te bewegen als ze hem strekt en ze haar vinger krult achter de bovenzijde van de rug om het boek te kantelen en naar voren te halen. Ze pakt hem uit de kast en legt de achterkant op haar handpalm. Langzaam opent ze het boek. Haar hele lichaam tintelt van de zenuwen als de eerste pagina zichtbaar wordt. Handgeschreven letters. Birgit houdt haar adem in. Hoe vaak had ze Nova’s handschrift niet gezien? Ze had het van schokkerige lijnen zien veranderen naar vloeiende letters in Nova’s kinderjaren. In haar tienerjaren lagen haar handgeschreven woorden verspreid over haar kamer. Haar openliggende huiswerk. Aantekeningen. Briefjes voor vriendinnen. Honderden kattenbelletjes had Nova voor haar op tafel achtergelaten, als ze van huis was vertrokken en Birgit er nog niet was. Ze herkent haar handschrift uit duizenden en op de pagina voor haar staan de herkenbare vormen van Nova’s letters. Dit is haar dagboek, beseft Birgit en ze drukt het boek tegen haar borst. Net zoals ze Nova de allereerste keer tegen zich aan hield, vlak na haar geboorte. Dit is waar ze naar op zoek was. Dichter bij Nova kan ze op dit moment niet komen. Dit boek bevat Nova’s gedachtes van de afgelopen tijd en deze volgeschreven pagina’s zijn een deel van haar.
Het schrappende geluid van een sleutel die in een slot wordt gestoken, zet Birgit ruw met beide benen terug op de grond. Beneden hoort ze een deur worden geopend. Op het puntje van haar tenen rent ze naar de deur van de studeerkamer.
‘Uit, uit!’ hoort ze een hoog kinderstemmetje vanuit de hal roepen.
‘Ja zo, even geduld, Kick,’ zegt Nathalie.
Ze moet hier zo snel mogelijk weg, denkt Birgit. Ze pakt de reling van de trap vast en stapt voorzichtig op de eerste trede. Alert op ieder geluid zet ze haar andere voet een trede lager, maar een harde kraak klinkt zodra ze op haar been gaat steunen. Het geklets beneden verstomd direct. Geschrokken houdt Birgit zich stil.
‘Wat was dat?’ zegt Nathalie.
Birgits ogen schieten naar alle kanten. Waar kan ze heen om zich te verstoppen?
‘Jon?’ Nathalies stemgeluid beweegt zich naar de trap. ‘Ben jij dat?’
Onbewogen blijft Birgit staan. Een vlucht naar een verstopplek zou haar gelijk verraden, beseft ze.
‘Ben je thuis?’
Nauwelijks durft Birgit adem te halen.
‘Uit, uit.’
‘Even hier blijven, Kickie.’ De voetstappen van Nathalie verplaatsen zich op de trap. ‘Jon?’ roept ze naar boven.
Wat moet ze doen, vraagt Birgit zich in paniek af. Ze kijkt naar het blauwe boekje in haar hand. Wat er ook gebeurt, dit boek mag ze in geen geval verliezen, maar ze kan geen kant meer op. De voetenstappen bereiken de eerste verdieping. Snel haalt ze het voorpand van haar jas omhoog en steekt het boek tussen haar buik en de rand van haar broek, waarna ze haar jas er weer overheen laat vallen. Ze kijkt op, recht in de verschrikte ogen van Nathalie onderaan de trap naar de tweede verdieping.
Als in DE JACHT OP NOVA de negenenveertigjarige Birgit op social media haar beroemde dochter Nova live overmeesterd ziet worden door een insluiper, bedenkt ze zich geen moment. Ze schakelt de politie in en springt in de auto op weg naar de villa van Nova. Maar aangekomen op het plaats delict hoort Birgit dat de insluiper dood is aangetroffen, maar van Nova ieder spoor ontbreekt. Gefrustreerd door de nauwelijks vorderende ontwikkelingen van de recherche in de dagen erna en zwaar ongerust om het welzijn van Nova start Birgit haar eigen onderzoek. Maar hoe dieper ze graaft, hoe meer vragen er opdoemen en hoe meer ze merkt dat ze wordt tegengewerkt in haar zoektocht. Wie heeft er belang bij de verdwijning van Nova? Wat is er precies gebeurd? En lukt het Birgit om haar dochter terug te vinden voor het te laat is?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: