Om de slaap te verdrijven, knippert Birgit met haar ogen. Maar zodra ze haar blik weer richt op de verlichte deuropening staat er niemand. Had ze het gedroomd, vraagt ze zich af. Of was de man er echt geweest? Het licht in de hal staat aan. Iets moet de bewegingssensoren hebben getriggerd en die gedachte maakt haar bang. Met haar hart in een ijzeren greep komt ze langzaam in beweging. Alleen gekleed in een onderbroek en T-shirt stapt ze uit bed. Aan de vage herinnering van het silhouet van de man weet ze dat ze geen schijn van kans maakt als hij haar zou overmeesteren. Hij had er sterk uitgezien. Ze moet zich bewapenen, bedenkt ze zich en ze kijkt om zich heen. Haar oog valt op het nachtlampje naast Nova’s bed dat een vierkante ijzeren voet heeft. Met het nachtlampje als wapen kan ze zich in ieder geval proberen te verweren. Ze trekt het snoer uit het stopcontact en met de voet van het nachtlampje geheven voor zich uit om ieder moment uit te kunnen halen, loopt ze op haar tenen naar de deuropening. Langzaam kijkt ze langs de deurpost de lege hal in. Verdacht op iedere beweging, ieder geluidje, stapt ze voetje voor voetje de hal door in de richting van de keuken. Behalve dat de villa waadt in het licht, is alles, zover ze kan zien, als normaal. Voor de zekerheid checkt ze alle ruimtes, alle ramen, alle deuren. Nergens is er een venster gebroken of een raam ontwricht. Er kan niemand binnen zijn gekomen. Het huis is hermetisch gesloten.
Ze moet het hebben gedroomd, besluit Birgit als ze terug in bed ligt, al houdt het vraagstuk van het brandende licht haar onrustig. Waardoor zou het licht aan zijn gesprongen? Zou het vaker voorkomen dat het licht automatisch aanspringt? Ze zou willen dat ze het Nova kon vragen. Met een zucht draait ze zich op haar zij met haar gezicht naar het raam. Als ze het Nova had kunnen vragen, had Birgit hier überhaupt niet gelegen, bedenkt ze zich, terwijl een onveilig gevoel in haar rug prikt. Ze draait zich op haar andere zij om haar ogen gericht te kunnen houden op de deur en zich minder kwetsbaar te voelen. Klaarwakker staart ze naar de kieren van de gesloten deur waar het licht nog steeds doorheen schijnt. Als een film verschijnen de beelden van de gebeurtenissen van gisteravond op haar netvlies. De angst in Nova’s ogen in de laatste momenten van de stream. Het schot dat werd gelost. Wat was er toch gebeurd? Had Nova het vuurwapen in haar handen gehad? De politie heeft het wapen bij de doorzoeking niet gevonden, had rechercheur Alvarez gezegd. Had Nova het dan meegenomen? Of zou ze een kluis hebben waar ze het in heeft gestopt? Een verstopte kluis die ze ergens in het huis heeft laten inbouwen? Wat als daar het dagboek ook ligt, denkt Birgit opeens. Ze veert overeind. In de beginfase van het ontwerpproces was Birgit een keer met Nova mee geweest naar het architectenbureau. Op haar lijst van wensen had een kluis gestaan. Waarom had ze daar niet eerder aan gedacht? Ze stapt uit bed en trekt haar kleding aan. Slapen kan ze nu toch niet meer.
Met het licht van de opkomende zon die de lucht boven de hoge bomen van de buren kleurt, laat Birgit zich vermoeid vallen op de bank. Het huis is een slagveld. Kasten heeft ze van zijn plek gehaald, vloerkleden heeft ze opgerold, keukenkastjes heeft ze leeggehaald, in de hoop dat ze ergens een kluis zou aantreffen. Ze pakt haar telefoon, googelt op de naam van het architectenbureau en belt het nummer dat erbij staat.
‘Dank u wel dat ik zo snel mocht langskomen,’ zegt Birgit als ze anderhalf uur later in de studio zit van Yann Dolmans.
‘Natuurlijk,’ zegt hij en wijst haar de stoel aan zijn bureau. ‘Ik ben zo geschrokken van het nieuws dat Nova weg is. Ik volg het op de voet. Ik hoop alleen dat u begrijpt dat ik niet aan iedere persoon die belt, informatie kan verstrekken.’
‘Dat snap ik,’ zegt Birgit. Ze gaat zitten. Onder het tafelblad rommelt haar buik van de honger. Ze heeft sinds Nova’s overmeestering niets meer gegeten. Ze legt haar armen gevouwen over haar buik om het geluid te dempen. ‘Het enige wat ik wil weten is of er een ingebouwde kluis is in mijn dochters huis en waar die zich bevindt.’ Haar woorden overstemmen haar knorrende maag.
‘Die is er zeker. Nova had een aantal expliciete wensen en een ingebouwde kluis was daar één van. Even kijken. Ik zal de tekeningen erbij pakken. Een ogenblikje.’ Yann draait zich af naar zijn computerscherm en tikt met zijn vingers op het toetsenbord om het dossier van Callunalaan 36 in Laren naar voren te halen.
‘Ah ja, ik weet het weer,’ zegt hij. Hij duwt het scherm dat vastzit aan een arm aan de muur naar achteren om Birgit mee te kunnen laten kijken naar de blauwdruk van Nova’s villa. ‘In de badkamer heb ik een uitsparing ingetekend waar een kluis ingezet kon worden. Kijk maar. Hier is de deur, aan de rechterwand zit de uitsparing.’
Birgit fronst haar wenkbrauwen. Voor ze hierheen vertrok stond ze nog in Nova’s badkamer. Aan de wand zitten tegels, een badkamermeubel en een grote spiegel. Er bevindt zich daar geen kluis.
‘Waar dan?’ vraagt ze.
‘Waarschijnlijk is er een spiegel voor geplaatst met een scharnierfunctie. Bijna onopvallend. Voel langs de randen van de spiegel of u een knopje of schuifje voelt. Daarmee kun je de spiegel naar voren halen. De kluis zit erachter. In ieder geval, zo heb ik het ontworpen. De uitvoering is aan de klant zelf om het daadwerkelijk te laten plaatsen. En aan de code kan ik je sowieso niet helpen.’
Birgit buigt zich verder naar het scherm om de afmetingen van de badkamer in zich op te nemen om de kluis te kunnen lokaliseren.
‘Zou u voor mij de tekening kunnen uitprinten?’
‘Ja, ik geef het u mee,’ zegt hij. Hij drukt op de knop en uit de printer naast het scherm rollen de ontwerptekeningen van Callunalaan 36.
Met het stapeltje papieren in haar hand neemt Birgit tien minuten later plaats in het drukke eetcafé een paar panden van het architectenbureau vandaan. Overal om haar heen hoort ze luchtige gesprekken en gelach. Ze hoort Nova's naam vallen. Ze negeert de mensen die naar haar kijken en haar herkennen als moeder van. Ze zou het liefst direct terugrijden naar de villa om in de badkamer te zoeken naar de kluis, maar haar lege maag maakt haar draaierig en licht in haar hoofd. Ze moet eerst wat eten.
‘Kan ik u helpen?’ vraagt de serveerster.
‘Ik wil graag ontbijten. Breng mij het snelste wat u voor mij klaar kan maken. Ik heb weinig tijd.’
‘Nog voorkeuren? Of diëten waar ik rekening mee moet houden.’
‘Nee,’ zegt Birgit geërgerd. ‘Als het maar binnen enkele minuten op tafel kan staan.’ Ze wuift met haar hand om de serveerster duidelijk te maken dat ze geen verdere vragen hoeft te stellen.
‘Ik ga iets voor u maken,’ antwoordt de serveerster en nog voor ze zich heeft omgedraaid om weg te lopen, vlucht Birgit weg in haar telefoon om zich te onttrekken van de mensen om haar heen. Op social media gaat ze naar haar privéberichten en net als gisteravond opent ze willekeurig enkele berichten. De meeste berichten stellen niets voor en sluit ze gelijk als ze de eerste woorden heeft gelezen, maar dan leest ze iets wat de drukte in het eetcafé doet vervagen.
‘Nova schreef in een dagboek. Dat vertelde ze vaker, maar ze liet het eigenlijk nooit zien. Het was niet makkelijk om te vinden, maar ik heb teruggezocht en beelden gevonden waarop ze met de stream aan, schreef. Ik heb een screenshot gemaakt van het dagboek.’
Birgit bekijkt het boek op de foto onder het bericht. Had ze Nova dan toch zien schrijven in de stream, vraagt ze zich af als ze het boek herkent.
‘Een heerlijk broodje omelet voor u,’ zegt de serveerster. Abrupt schiet Birgit naar achteren. De serveerster zet het bord voor haar neer. De geur van het gebakken ei dringt Birgits neus binnen, maar het kan haar gedachten niet afhouden van het beeld van het dagboek. Het was niet de stream, bedenkt ze zich en ze schudt haar hoofd. Ze had het ergens anders gezien. Korter terug. Birgit schuift met haar duim en wijsvinger over het scherm om de foto te vergroten. Ze herkent het diepdonkere dikke boek dat een patroon heeft van kleine gouden boomblaadjes. Waar had ze het gezien? Ze speurt in haar gedachten naar aanknopingspunten en met een schok herinnert ze het zich. Gisteren had ze precies zo’n boek zien staan in de boekenkast op de zolderkamer van Jon.
Als in DE JACHT OP NOVA de negenenveertigjarige Birgit op social media haar beroemde dochter Nova live overmeesterd ziet worden door een insluiper, bedenkt ze zich geen moment. Ze schakelt de politie in en springt in de auto op weg naar de villa van Nova. Maar aangekomen op het plaats delict hoort Birgit dat de insluiper dood is aangetroffen, maar van Nova ieder spoor ontbreekt. Gefrustreerd door de nauwelijks vorderende ontwikkelingen van de recherche in de dagen erna en zwaar ongerust om het welzijn van Nova start Birgit haar eigen onderzoek. Maar hoe dieper ze graaft, hoe meer vragen er opdoemen en hoe meer ze merkt dat ze wordt tegengewerkt in haar zoektocht. Wie heeft er belang bij de verdwijning van Nova? Wat is er precies gebeurd? En lukt het Birgit om haar dochter terug te vinden voor het te laat is?
Sietske Scholten haar boeken eerst blogt? Lezers kunnen als het ware over haar schouder meelezen, terwijl ze het boek schrijft. Iedere werkdag ontvangen de lezers een nieuwe hoofdstuk en zitten vervolgens 24 uur in spanning te wachten op hoe het verder zal gaan. In een besloten Facebookgroep hebben de lezers contact met elkaar en wordt er druk overlegd over de personages, de ontwikkelingen in het verhaal en ze sparren over hoe het zal gaan aflopen. Sietske hoeft dus niet maandenlang solistisch te werken aan haar boek. Tijdens het schrijven kan ze haar verhaal al uittesten op publiek en snel bijsturen als het nodig is. Druk op de knop en lees meer over hoe dit blogroman-concept is ontstaat: